Het zal 1943 zijn geweest. Midden in de oorlog. Een Duitse colonne marcheerde over het marktplein in het dorp waar ik woonde. Ze zongen, zoals Duitsers kunnen zingen: Und wir fahren, und wir fahren, und wir faaaaahren gegen Engeland, Enge...land. Een Feldwebel liep ernaast. Ik kon het niet laten, ik stak, schielijk dat wel, m'n tong uit. De Feldwebel schoot op me af. Wegwezen. Veel meer kon je als negenjarig jongetje niet doen, tegen de gehate vijand. Hoewel, mijn twee jaar jongere broertje durfde pas. Die sloeg op het kruispunt bij Albert Heijn, rats, een richtingbord. van de Duitsers dat naar de Ortskommandantur wees van z'n paaltje. Werd-ie door een soldaat bij z'n oor gepakt en bestraffend toegesproken. Hij moest naar huis gaan, daar een hamer en spijkers halen en het bordje weer bevestigen. Maar toen bewees dat broertje zijn ware heldendom. Hij ging wel naar huis, maar trok daar z'n matrozenpakje aan en wandelde vervolgens, zich onherkenbaar wanend, weer doodleuk naar Albert Heijn. Natuurlijk was die Duitse soldaat in geen velden of wegen meer te bekennen.
Het was vanzelfsprekend dat je de Duitsers haatte. Mijn zus, die de bevallige leeftijd had bereikt, werd in de stadsbus door een officier aangesproken, maar gedroeg zich natuurlijk nuffig en afwijzend tegenover zijn avances. Ze weerstond de reprimande in de geest van Sonst mitkommen, die daarop volgde. Er belde een soldaat aan, omdat het licht van de gang door het bovenlicht van de voordeur scheen. Licht aus! Ze zei: 'Loelen Sie maar raak' en smeet de deur voor zijn neus dicht.
Toch wisten we dat de ene Duitser niet de andere was. Het waren niet allen nazi's. Ook de Wehrmacht is in 1945 in Neurenberg wegens oorlogsmisdaden veroordeeld maar de de fanatici, de echte zware jongens zaten bij de SS en de Gestapo. Vlak ook de indoctrinatietechnieken van Joseph Goebbels, toegepast op onder anderen de Hitlerjugend (Kindsoldaten!) niet uit. In diverse boeken van krijgskundigen over belangrijke fases in WO2 (Normandië, Market Garden) wordt de gang van zaken van twee kanten belicht en daaruit blijkt dat aan beide zijden scheve schaatsen zijn gereden, maar dat ook door de Duitsers in het algemeen de regels van de Conventie van Genève, bij voorbeeld over de behandeling van gewonden en krijgsgevangenen, in acht zijn genomen.
Na de oorlog bleef de anti-sfeer natuurlijk lang hangen, in de geest van 'ik wil mijn fiets terug' en, vergeet niet, de voetballerij. Toen ik als adolescent mijn weerzin tegen de Duitse taal liet blijken, wees mijn romantisch ingestelde vader op Goethe en op des Försters Töchterlein met haar lange vlechten. Toch ontvingen wij als verkenners (tegenwoordig scouts) rond 1950 Duitse leeftijdgenoten, even onnozel als wijzelf. Maar zes jaar later vond ik het nog steeds gek als mensen een busreisje naar Altenahr maakte. Totdat we niet lang daarna zelf ook eens in Duitsland gingen kijken en aardige contacten hadden met Duitsers, van wie het zonneklaar was dat ze niet anders dan 'schoon' konden zijn. Althans zo ervoer je dat.
En nu? Ik ben een bewonderaar van Angela Merkel en haar Tweede Wirtschaftswunder. Want Duitsland doet het toch maar opvallend goed in het Europa van 2014 en tijdens recente reisjes naar Berlijn en, ja ja, naar de Moezel, heb ik de Duitsers ervaren als evenwichtig, gastvrij volk dat in verste verte niet lijkt op de arrogante schreeuwers van de kritieke jaren in de vorige eeuw. Ze hebben hun verleden verwerkt.
Bij de bevrijdingsherdenkingen in Brabant hebben zich nu weer strubbelingen voorgedaan rond 'de aanwezigheid' van Duitsers, al waren het maar acteurs in Duitse uniformen. Onder anderen kleine groeperingen anti-fascisten, is het gelukt die vieringen te frustreren.
Het lijkt erop dat we opnieuw bevrijd moeten worden. Maar nu van achterlijke betweters die van vrijheid geen enkel benul hebben.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten