dinsdag 8 april 2014

Ronselen

Ronselen. Laat ik er – dat kan niet veranderd zijn – er mijn ouwe Van Dale, de Dikke, er maar weer eens voor opslaan:  ‘1. werven, m.n. met de gedachte dat dit met list of geweld, of voor de vijand geschiedt.’

Kwalijk dus. Evenals over mistellingen bij de raadsverkiezingen in den lande, wemelt het van de berichten over ronselpraktijken door raadskandidaten. Zo wordt een wethouder in de Brabantse gemeente Laarbeek drievoudig beticht van het jagen op stemmachtigingen onder bejaarden. Sommigen van zijn doelwitten zitten daar niet mee, aangezien zij de ronselaar als politicus/bestuurder zeggen te vertrouwen. Maar het is natuurlijk wel tegen de wet.

Is het eigenlijk wel zo nieuw? Vroeger – toen alles beter was en bij voorbeeld mistellingen niet of nauwelijks voorkwamen – hadden we wel te maken met wat ik rustig een verkapte manier van stemmen ronselen noem.

Zo was het vaste gewoonte van KVP, later CDA in Brabant bejaarden en nonnetjes aan te bieden, hen met de auto uit en thuis naar het stembureau te brengen, waarbij het natuurlijk als vanzelfsprekend werd beschouwd, dat de stem naar de ‘vervoersmaatschappij’ ging. Toegegeven, niet ‘met list en geweld en ook niet voor de vijand’, integendeel.

Ik herinner  me dat ik eens zo’n nonneke bij het betreden van het stembureau tegenkwam en tegen haar zei: ‘En, heddem goed rood gemokt?’  (Dat was, toen wij tot ergernis van mijn schoonvader en de huisdokter, een  verkiezingsplakkaat met een meer dan levensgrote foto van Joop den Uyl voor het raam hadden hangen,) Waarop het nonneke, met twinkelende oogjes: ‘Zeker, maar wel op de goeie plek!’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten