Er is een actie gaande, om (delen van) de Achelse Kluis een passende bestemming te geven en zo voor het nageslacht te behouden. Er verblijven nog maar weinig, overwegend hoogbejaarde monniken in de Sint-Benedictusabdij, die tegenwoordig een dependance is van de Cisterciënzers (ook wel Trappisten genoemd) van de abdij van Westmalle. ‘Achel’ is trouwens in de negentiende eeuw uit die abdij voortgekomen.
Het klooster heeft een rijke geschiedenis. De naam is terug te voeren tot een echte kluizenaarsgemeenschap, die in 1686 in de eenzaamheid tussen Staats en Vlaams Brabant werd gesticht door de Eindhovenaar Petrus van Eijnatten. Daarvoor stond er ‘n zogenaamde grenskerk, die door de katholieken werd gebruikt in verband met het verbod van ‘het noorden’ om hun godsdienst uit te oefenen.
De hermieten werden tijdens de Franse Revolutie verjaagd en tussen de bedrijven door fungeerde de kluis als herberg en smokkelaarsnest. De geschiedenis en de regels van de kluis zijn uitvoerig beschreven door de trappist Dominicus de Jong, halverwege de vorige eeuw archivaris van de abdij. De Jong is vooral bekend geworden door de enorme collectie (750.000!) bidprentjes, gedachtenisplaatjes bij overlijdens. Die collectie is in 2004 veilig gesteld in een documentatiecentrum van de Vlaamse gemeente Hamont-Achel.
In 1961 interviewde ik Dominicus de Jong (die als ‘heemkundige’ toestemming van de abt had, zich regelmatig buiten het klooster te begeven en daarbij een borreltje niet versmaadde) over zijn verzameling. Grappig detail: de pater had het steeds over krekelprentjes, waar hij knekelprentjes bedoelde.
De abdij lag toen nog in betrekkelijke eenzaamheid tussen de houtvesterij Leenderbos en Achel. De enige harde weg ging van het café Zomerhof (tegenwoordig populair eetcafé!) bij Borkel en Schaft naar het klooster. Als je die vanaf de bushalte afliep, zag je de broeders op Nederlands grondgebied de akkers bewerken. De grens loopt door de bibliotheek van de abdij. Aan die weg is nu een paardensportcentrum van internationale allure gepland. Met de eenzaamheid is het trouwens al vijftig jaar gedaan, sinds de zandwegen vanuit Budel en Hamont tot aan de abdij zijn verhard. Vader Abt was daar indertijd helemaal niet blij mee.
Bij het behoud van het erfgoed zal het de kunst zijn, de contemplatieve sfeer van de Achelse Kluis nog enigszins te bewaren. Een heksentoer, want nu al is er sprake van een toeristische trekpleister met een brasserie in een van de bijgebouwen, geliefd doelwit in weekeinden en vakanties. Ja, de tijd van Broeder Martinus, die in plaatselijke blaadjes adverteerde met ‘Moeders! Voor uw conserven naar de Achelse Kluis’ ligt alweer ver achter ons. Je kon bij Martinus trouwens voor heel wat meer terecht dan ‘conserven’. Ook voor Hasseltse jenever en voor vlees ‘zonder spuitjes’!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten