Pesten is van alle tijden. Ik herinner me een verhaal van mijn vader over een schoolmeester, die een bochel had. Stond op de eerste schooldag voor de klas en zei: ‘Zien jullie die bult? Dat is een verwaarloosde muggenbeet. Ik geef jelui één minuut, waarin je daarom kunt lachen, zo hard als je wilt, maar wie het daarna nog waagt…’ Die man kon ‘orde houden’, zo heette dat.
Het is met dat pesten ingewikkelder dan we met z’n allen denken. Met het internet en die telefoontjes, gebeurt het nagenoeg geruisloos. Vandaar dat ik niets zie in ‘wettelijke maatregelen’ om dat getreiter tegen te gaan. Het is net als met het horkerig gedrag in het verkeer. (Vanmorgen nog ‘sneed’ een basketbalpetje in een oud rood citroëntje mij met mijn winkelwagen op een parkeerterrein.) Waar de moraal ontbreekt, is het vechten tegen de bierkaai. Ook vormen van lichamelijke weerbaarheid aankweken, door je kind op karate of judo te doen, zijn niet meer dan een lapmiddel.
In het geval Tim, die geen andere oplossing zag dan uit zijn rotleven te vertrekken, had zijn omgeving geen notie van wat hem kennelijk dag en nacht kwelde. In de reacties op het internet krijgen ‘de daders’ in de grove wartaal die zo kenmerkend is voor de heersende mores een lawine van verwensingen over zich heen. Alsof deze les alle pestgedrag zal stoppen. Vergeet het maar. Ook de algemene maatschappelijke veroordeling van het zogenaamde zinloos geweld heeft in járen geen einde kunnen maken aan wat een grensoverschrijdende volksziekte mag heten.
Als het geen belediging was van de dieren, zou ik zeggen, de mens blijft een redeloos dier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten