donderdag 8 november 2012

Hoe maak je van klassieke muziek een dolle boel?

Laatst zag ik op YouTube een kleuter Beethoven dirigeren. Een natuurtalent dat na de laatste noot over de grond kronkelde van het lachen. En toen naar bed. Op die manier is het niet moeilijk van klassieke muziek een dolle boel te maken. Of het aangenaam is voor het oor is vers twee. Bij dat kind was het een bijkomend voordeel dat de muziek van een cd kwam.

De AVRO Televisie heeft  van de BBC een naar het heet onverbiddelijk succesvol format overgenomen: Maestro.  Min of meer B zijnde N-ers die zo gek zijn daar in te trappen gaan op de bok staan zwaaien voor een symfonieorkest. De grap zit  'm in het gegeven dat ze geen van allen enig benul hebben van wat het dirigentschap inhoudt en dat de meesten ook nog moeten bekennen dat ze nauwelijks iets met 'klassiek' hebben.  Voorspelbaar lachen en een puntenwaardering van een 'vakjury' die natuurlijk op geen enkele manier serieus valt te nemen: 'Je krijgt een extra punt omdat je de concertmeester een hand gaf.'  Sommige constateringen van die jury ('Je slaagde erin, een wals van Strauss in tweekwarts maat te slaan') leverden nog de aardigste momenten op. Maar hoe dit na de eerste aflevering (donderdagavond) nog 'gezellig' te houden, dat wil zeggen zonder dat de kijker het gevoel heeft meer van hetzelfde voorgeschoteld te krijgen?

Ik ben geen musicoloog en was 17 jaar slechts een kleine krabbelaar op de altviool in een amateurorkest. Maar hierdoor, en door te luisteren, te kijken en kennis te nemen van de ontboezemingen van kunstenaars weet ik hoe subtiel de wisselwerking kan zijn tussen dirigent en orkest, hoe het mogelijk is dat bij voorbeeld een strijkorkest feilloos functioneert, simpelweg door onderling een gevoelsmatig  'gesprek' aan te gaan. Men mag daar van mij gerust de zoveelste soap van maken, als ik het verder maar niet hoef te volgen. Catherine, je was Keylgoed, maar hou je verder maar bij je magazine.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten