woensdag 28 september 2011

R.-k. Kerk ‘stimuleerde’ vakbond

In de Wegener kranten lees ik weer eens een verhaal van hele en halve waarheden – deze keer over de vakbondsgeschiedenis – waarbij het, o zo makkelijk inschakelen van ‘deskundigen’ tot op academisch niveau, de schrijver van de wal in de sloot lijkt te doen belanden.

‘Kerk hield Brabantse vakbond klein’, zo luidt de kop boven het artikel in het Eindhovens Dagblad. Gefundenes Fressen voor de lezer, die maar geen genoeg krijgt van de bevestiging van zijn gelijk bij het de rug toekeren van Het Instituut. Niet zelden de schaamlap voor luiheid en gemakzucht, zo eigen aan de laatste halve eeuw.

Let wel, wie mij ‘n beetje kent, kan weten dat ik de laatste ben die zich geroepen voelt, de r.-k. Kerk te verdedigen. Ook ik had, al rond 1970, volgens sommigen rijkelijk laat, mijn redenen om eruit te stappen.

Maar wie met een minimum aan kennis en ervaring aan geschiedschrijving doet, moet zich wel behoorlijk documenteren. Een al dan niet zelfbenoemde ‘deskundige’ is daarbij niet eens de meest voor de hand liggende weg. Je kunt bij voorbeeld wel laatdunkend doen over het internet, maar dat neemt niet weg dat er heel wat echt goed onderlegde en integere mensen zijn, die zich op dat web toeleggen op het schrijven van degelijk onderbouwde artikelen. Een mooi voorbeeld is de site Protestant.nl, waarop de geschiedenis van de katholieke vakbeweging haarfijn uit de doeken worden gedaan.

Het enige wat ik in dat webartikel mis, is een verwijzing naar de encycliek Rerum Novarum (1891) waarin paus Leo XIII onomwonden pleit voor het oprichten van vakbonden, als antwoord op ‘de nieuwe dingen van deze tijd’. Men mag deze encycliek best beschouwen als een vorm van ‘eieren kiezen voor zijn geld’, gezien de opkomst van liberalisme en socialisme en het daar weer uit volgende ‘ontwaken’ van de arbeider als ‘verworpene der aarde’. Een vorm van reactie dus.

De roomse Kerk in Nederland heeft de vakbonden niet zozeer tegengewerkt, als wel geprobeerd, er zo lang mogelijk (onder meer, tot 1970, met zogenaamde ‘geestelijk adviseurs’) greep op te houden. Het karakter van de Katholieke Arbeidersbeweging (KAB) als ‘standsorganisatie’ is dan ook in de loop der jaren verwaterd, wat inhoudt dat zij zich geleidelijk aan militanter ging opstellen. In het ED staat dat het NKV in 1935 haar steun aan een wilde textielstaking in Tilburg onthield. Daarvoor was het dan ook een wilde staking, zou ik hieraan willen toevoegen. En de naam NKV dateert pas van 1964.

Trouwens, wanneer en waar vond in Nederland de eerste naoorlogse werkstaking plaats? Juist, in de jaren zestig bij de schoen- en lederindustrie Bata in Best.

Tip: Log ook eens in bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedens te Amsterdam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten