Als de patiënt om tien voor elf bij de Chinese acupuncturist binnenstapt (ondanks dat voor het raam het bordje ‘open’ nog niet is omgedraaid), beantwoordt de prof zijn goeiemorgen en zegt: ‘kamer 2’.
Zijn collega en vriend, ten onzent doorgaans aangeduid als Brillemans, is er nog niet. Die sloft altijd om vijf voor elf binnen. De profs groeten elkaar niet; misschien zagen ze elkaar al eerder, of wonen ze in hetzelfde huis. Morgengroet onder Chinezen niet gebruikelijk? Zou ook kunnen. Kletsen kunnen ze trouwens als de besten.
Brillemans heeft zijn eigen ritueel, dat nooit door zijn collega wordt overgenomen. Hij draait het bordje om (tenzij hij dat vergeet en er door een wachtende patiënt op wordt geattendeerd) en zet de reclamestandaard op de stoep: deur open, trap met linkerbeen om voortijdig dichtvallen te voorkomen. Tenzij hem ‘het recept’ wordt voorgelegd voor het afwegen van porties kruiden, begint B. aan de Metro, zijn dagelijkse portie Nederlands. Of hij ondervraagt bij wijze van alternatief een wachtende patiënt over diens auto, het merk, hoeveel die heeft gekost. Er groeit in de loop van enkele weken een soort van verstandhouding. De ‘Hollandse’ mentaliteit wordt uit de doeken gedaan: wel kijken, niet kopen. En als er een mooie jonge vrouw binnenstapt, leert B. ook het verschil met ‘alleen maar naar kijken, maar aankomen niet’.
Voor de patient is het behoorlijk inspannend, want valt niet mee van het Nederlands van B. chocola te maken.
Aan het einde van het gesprek zegt B.: ’Weer heel veel geleerd vanmorgen.’
En de mooie vrouw, die iets van het gesprek heeft opgevangen, is merkbaar ook blij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten