'Hoeveel jaren heb je', vraagt de Chinese professor aan de man die in zijn kruidenwinkel te Woensel tegenover de toonbank op de accupuncturistische behandeling van zijn echtgenote in een van de kamertjes verderop zit te wachten.
'Bijna 77.'
'Je wordt heel oud, want je hebt grote oren.'
De man glundert, want hij heeft veel vertrouwen in de prof., die daar in zijn winkel met grote zelfverzekerdheid zijn intake-gesprekken voert. Privacy is geheel afwezig. De behandelkamertjes zijn van boven open (waarover later wellicht meer).
Komt er een jongeman binnen, wijst op z'n bovenarm en verklaart dat-ie daar pijn heeft.
'Ook keelpijn?'
'Ja! Hoe weet jij dat?'
Op de winkelruit en op een bord op de stoep staan beloften tot succesvolle behandeling van wat Wim Sonneveld 'de meest afsichtelijke siekten' noemde. En ook van On (spatie) vruchtbaarheid en zelfs van voortijdige zaadlozingen, mankementen die elkaar trouwens niet in de weg lijken te zitten.
De toonbank-prof, in witte jas en met een grote bril met bruin montuur, staat daar voor een wand met wel – de man had tijd genoeg om ze te tellen – tweehonderd glazen potten vol Chinese kruiden. Af en toe legt zijn collega-prof een papier op de toonbank en dan gaat brillemans aan het afwegen en doseren, vanuit die flessen. Hij zet zeven schaaltjes op de toonbank, weegt het ene kruid na het andere af en verdeelt dat dan met de hand over die schaaltjes. De inhoud gaat in zeven plastic zakjes, genoeg voor een week 'bitter in de mond maakt het hart gezond'. Uit betrouwbare bron valt te melden dat de hieruit te vervaardigen brouwsel heel erg vies smaakt. Er zijn er die de handel na één keer in de vuilnisbak kieperen, waarmee uiteraard de relatieve garantie vervalt.
Als de toonbank-prof even niets te doen heeft, gaat hij – bril af – de Metro zitten spellen. Na verloop van tijd ontstaat er een zekere band tussen hem en de wachtende man, zodat die hem het boekenweekgeschenk van Kader Abdollah, immers ook een buitenlander die zich de Nederlandse taal heeft eigen gemaakt, te leen geeft. De wachtende man tracht zelfs te bemiddelen, als er tussen de toonbank-prof. en een andere Aziaat, vermoedelijk een Indiër, in het Nederlands-tussen-aanhalingstekens een discussie ontstaat over de prijs van een behandeling. Ik druk het maar even simpel uit, want het probleem is tamelijk ingewikkeld. Maar de prof. toont zich ruimhartig en de wachtende man zegt tegen de Indiër:
'Hij is een eerlijk mens.'
'Ben ik dan oneerlijk?' reageert de Indiër. Hij geeft het maar op, met het vooruitzicht op een papiertje waarmee hij naar het ziekenfonds kan.
Intussen hoort de wachtende man uit een van de kamertjes gekreun. Z'n vrouw!
Vraagt daar de behandelende Chinees: Lekker?
Een merkwaardige dialoog, denkt de wachtende man, maar het zal wel goed zitten.
Een van de twee eierwekkers op de toonbank – de minikip – gaat af. De behandeling is voltooid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten