dinsdag 30 juli 2024

Toch lekker triatlonnen

Niet moeilijk om te voorspellen: die triatlon in de Seine wordt niks. schreef ik gisteren. Het was immers onvoorstelbaar dat de Parijse stront binnen 24 uur zou zijn verdwenen. Maar ze wagen het er toch op. De prestigedrang van Paris 2024 valt niet te onderschatten.

De regen stond vrijdagavond een perfecte openingsceremonie wonderwel niet in de weg. Dat zilveren paard, 'galopperend' over de Seine, was echt een topper, al heb ik begrepen dat nogal wat mensen daarvoor te vroeg hadden afgehaakt. Niet eens alleen omdat ze doorweekt waren, maar ook tv-kijkers.

Perfect, maar de ceremonie ontmoette ook kritiek, vooral van gelovige christenen die de parodie op het Heilig Avondmaal niet konden waarderen, sterker, daar heel boos over zijn.

Wat mij vooral ergerde was het miserabele commentaar op de versie van de NOS. Nogal wat miskleunen bij dat over de historische en culturele elementen van de show die uiteraard de grandeur van Frankrijk wilden benadrukken. Is sportjournalistiek geen journalistiek, zoals een vakman onlangs in een column schreef? In elk geval hadden ze van men name de historische aspecten totaal geen kaas gegeten. De onthoofde koningin Marie Antoinette liet men op het verkeerde moment opdraven – het levende decor van de Conciergerie langs de Seine, waar M.A. gevangen had gezeten, zei de commentatoren blijkbaar niets. (De tickets voor een bezoek aan dit museum waren intussen zo goed als zeker uitverkocht.) Nou ja, een brevet van onvermogen. En hoe staat het met de goudkoorts waarover sommige media vorige week schreven? Het ziet er naar uit dat Nederland, net als na het EK, onderhand een toontje lager moet zingen. Geef dat nou es toe.

Terug naar de Seine. Wanneer komt La Douce France, in het bijzonder Parijs er achter dat er structureel heel wat moet gebeuren, willen haar rivieren weer enigszins in hun natuurlijke staat verkeren, in elk geval niet specifiek voor de Spelen?


zaterdag 27 juli 2024

Tegendraads van nature

Een aarts non-conformist. Maak daar maar eens fatsoenlijk Nederlands van. Tegendraads van nature? Dat kenmerkte in elk geval Jos Kessels, afgelopen donderdag òp 71-jarige leeftijd overleden. Colomnist van het Eindhovens Dagblad. Op woensdag 29 mei ontbrak hij voor het eerst in de krant en stond onder het stuk van een vervanger: 'Jos Kessels is afwezig'. Verontrustend want dat was hij nooit op drie vaste dagen in de week. Van vakantie had hij zijn bekomst. Hoe weten we dat? Doordat Jos altijd heel openhartig was over zichzelf en alles wat hem bezig hield. Ook over zijn lichamelijke achteruitgang, zijn verstoktheid aan het roken, zijn liefde voor zwaar Belgisch bier. Dingen die de dokters hem natuurlijk verboden hadden.

Jos kwam uit het Limburgse Nederweert en verwees regelmatig naar zijn jeugd, die zich kenmerkte door zijn roodharigheid. Op het plaatselijke voetbalveld wist hij de daaruit voortvloeiende pesterijtjes ruimschoots te compenseren. Zijn tegendraadsheid leek hij te hebben geërfd van zijn moeder die hij altijd liefdevol beschreef, zoals bij haar uitspraak op het eind van haar leven: 'Aan mijn lijf geen polonaise'. Zelf werd hij in die fase door iemand benaderd met de woorden 'Ik houd van je'. Typisch Jos: 'Iedereen mag van mj houden, als ze mij maar met rust laten'.

Niet iedereen keek uit naar Josdag, zoals hier in huis. Want non-conformisme gaat immers in tegen wat de massa mooi en leuk vind. En Jos zette zich daar juist tegen af. De krant stond hem dat toe. Zelfs als hij zich keerde tegen het feit dat driekwart van de inhoud van de Brabantse dagbladen tegenwoordig in Rotterdam wordt gemaakt.

Het ziet er niet naar uit dat het gebruik, een selectie uit zijn aanvankelijk dagelijkse columns te bundelen, praktijk wordt. Ik denk dat Jos daar niet voor zou hebben gevoeld, zoals-ie ook met ironische argwaan heeft gekeken naar de digitalisering. Totdat hij er, meer aan huis gebonden en geholpen door zijn geliefde dochter, niet meer om de laptop en het internet heen kon..

woensdag 17 juli 2024

Vervelend als je op straat naar plee moet

De Nationale Vereniging De Zonnebloem bestaat 75 jaar en organiseert ter gelegenheid daarvan onder meer een reizende tentoonstelling die aandacht vraagt voor de problemen waarmee mensen met een beperking met name in het openbaar te kampen hebben. Boven het persbericht hierover staat de kopsuggestie: 'Zonnebloem roept kabinet op om ontoegankelijkheid serieus te nemen'. De vraag die zich opdringt is, wat is een menselijke beperking? De expositie geeft ook daar natuurlijk een antwoord op.

Ik stel deze vraag aan de orde, om – facetje – het in Nederland bijzonder vervelend is als je ineens op straat naar de plee moet. Ik begrijp dat dit vooral vrouwen op leeftijd nogal eens overkomt. Hoewel, onlangs zag ik een meid op een gazon – min of meer achter een boom, dat wel – uit de broek gaan. Grensoverschrijdend gedrag maar dan anders. Een mij bekende vrouw kwam ongeveer tezelfdertijd zich ziek voelend thuis nadat haar hoge nood in diverse winkels werd beantwoord met 'dat kan hier helaas niet'. 

Wat wel kan is natuurlijk iets consumeren in een horecagelegenheid. Of voor 60 eurocent (wie heeft nog dubbeltjes in z'n portemonnee?) zo'n gelegenheid bezoeken. Dat schijnt sporadisch mogelijk te zijn.

Het ontbreekt 'gewoon' in dit land aan openbare toiletten. Aan onze winkelcentra wordt van alles gedaan met het accent op reuring. Ik pleit voor een prijs voor de gemeente die hier effectief wat aan doet.


dinsdag 16 juli 2024

Kijk uit met monumenten

In Amsterdam, nog wel op het Leidseplein, is een standbeeld, nou ja een monument, onthuld ter nagedachtenis van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever. De moord van drie jaar geleden ligt ons nog ver in het geheugen en de verdiensten van De Vries zijn niet aan twijfel onderhevig. Toch heb ik de neiging, om aan een (weer eens) typisch Amsterdams initiatief te denken, maar dat terzijde. In het algemeen denk ik dat voorzichtigheid met het oprichten van standbeelden/monumenten ter ere van wie dan ook geboden is.

Jan Pietersz Coen, Groot Inwoner van Hoorn, is in ons land het klassieke voorbeeld, Je moet liefst voorkomen dat je er achteraf een bordje bij moet plaatsen waarop staat dat zo iemand omstreden is. Ter verduidelijking: Coen was een aartskolonialist die in alle denkbare mogelijkheden fout is geweest.

Wat volgens mij voor monumenten moet gelden, betreft ook straatnamen. In Breda heeft men eens 'n straat moeten hernoemen die aan een hoge rijksambtenaar was gewijd, van wie achteraf werd vastgesteld dat hij met de Duitse bezetter had geheuld. Een journalist (toen nog zonder de volgens mij op marketing gerichte toevoeging onderzoeks-) ter plaatse had van de actie tot naamswijziging zo ongeveer z'n levenswerk gemaakt.

In Nederland krijgen leden van het Oranjehuis als automatisch een straatnaam. Zo ook Bernhard van Lippe Biesterfeld, de prins gemaal van koningin Juliana, die bij zijn leven al 'Schavuit van Oranje' werd genoemd en na zijn dood definitief werd ontmaskerd als een notoire leugenaar. Een aantal gemeenten heeft inmiddels zijn conclusies getrokken.

Soms plaatst een naar een persoon genoemde straat je trouwens voor een raadsel. Wie was bij voorbeeld in Best Secretaris Jansen en wat was de reden om hem deze eer te bewijzen? Het stikt van de secretarissen. En, o ja, Willem Lumey, commandant van de Geuzen tijdens de Tachtigjarige Oorlog, bijgenaamd Het Everzwijn, die verantwoordelijk was voor het ophangen van een aantal religieuzen (de Martelaren van Gorkum) in Brielle. Ik heb eens geprobeerd, samen met wijlen Rob Ruggenberg, de leerlingen van de aan de Lumeystraat gelegen protestantse school hierover voor te lichten. Het is er niet van gekomen.