maandag 23 maart 2020

Clichés en stoplappen

Eens even iets heel anders. Vanaf begin februari ben ik als taalliefhebber bezig geweest met het verzamelen van wat –samengevat- kan worden gezien als het gebruik van clichés stoplappen en verbasteringen. Niet om iets of iemand aan de kaak te stellen. Het is een verschijnsel dat zich als het ware aan mij opdringt via allerhande media. Net als echte taalfouten, die in aantal hand over hand toenemen.
Dit is mijn lijstje. Engels en straat- of jongerentaal zijn niet meegenomen, zomin als uitingen over coronavirus.
Het zijn er tweeëntwintig:
aanschuiven - omroepuitdrukking, 'aangeschoven is…' Wordt ook gebruikt bij interviews staandebeens in Een Vandaag tv.
apetrots
bakkie doen - koffie drinken; variant: drankje doen.
billen knijpen - sportverslaggeving.
bizar - raar, gek, merkwaardig, geweldig, 'auto schakelt bizar van 1 naar 2'
goed! - ook als het helemaal niet goed is, middel om discussie af te kappen.
huppekee - het woord bij de daad.
gewoon - vaak gebruikt als het helemaal niet gewoon is.
goeie vraag - zegt niet altijd iets over de kwaliteit van de vraag, geeft ondervraagde enkele seconden meer tijd tot nadenken.
komt goed - ook als het twijfelachtig is, of het goed komt.
kut - slecht, niks, waardeloos; wordt ook door vrouwen gebruikt, inclusief die van koninklijken bloede.
nazi - scheldwoord dat niets met wo2 te maken heeft, taalnazi.
oké - zowel bevestiging als teken van onverschilligheid, met ? onderstreping bevel, beginwoordje.
ophoesten - opbrengen.
opzouten - oprotten, woord betekent oorspronkelijk bewaren/uitstellen.
overigens - in een tekst meestal overbodig
precies - bevestiging, gaat al zeker 30 jaar mee.
stinkende best
super 
zeg maar
zeker (te) weten
zoiets van - 'k heb zoiets van, sinds 'n jaar of tien langzaam aan het verdwijnen?

1 opmerking:

  1. Er duiken natuurlijk steeds weer nieuwe uitdrukkingen op die dan een al dan niet hardnekkig leven gaan leiden. Zoals nu: opschalen (het uitbreiden van voorzieningen in de strijd tegen het Coronavirus. Veel van die 'vondsten' verlenen aan het betoog van de betrokkene meer gewicht...denkt hij/zij. En de volgende spreker denkt, 'da's leuk, doe ik ook'.

    BeantwoordenVerwijderen