maandag 3 december 2018

Ooit belasting op voornamen

Weer zo’n krantenberichtje waar ik niks mee kan. ‘Frankrijk en Duitsland willen dat er belasting wordt geheven op financiële transacties.’ Belasting op het betalingsverkeer, zeg maar het pinnen? Naast de belasting – ten onzent – op o.a. 0,0% rente op je bescheiden spaarcentjes?  Ik zou een geel hesje willen aantrekken, ware het niet dat ik dan van relschoppen zou worden verdacht.

Het toeval wil dat het Belasting & Douane Museum  vanaf 15 december een tentoonstelling wijdt aan Bizarre Belastingen. Ik lees: ‘urine, geslacht, schoorstenen, vensters, suiker, pruiken(poeder), dienstboden, dagbladen en vrijgezellen……Je kunt het zo gek niet bedenken of er is belasting over geheven.’ De inventiviteit van vorsten en anderen die, zoals ze het vroeger zo deftig konden zeggen boven ons zijn  gesteld kende geen grenzen.

Wat ik in de opsommingen mis, is de belasting op voornamen die in het eerste decennium van de vorige eeuw in Nederland werd geheven. Ik weet dat,  doordat wijlen mijn oudste broer (1917) het zijn leven lang met slechts één voornaam, dus ook letter heeft moeten doen: H, net als onze vader, die overigens nog ‘de luxe’ kende van een tweede voornaam. Evenals de kinderen die in de jaren twintig en dertig het levenslicht zagen, want toen was die rare belasting al weer afgeschaft. Konden ouders weer royaal uitpakken, zoals die van Hans van Mierlo: H. A. F. M. O!

Ik heb nog even op het internet geneusd met de zoekterm ‘belasting op voornamen’  en kwam uit bij het maandblad Neerlandia van het Algemeen Nederlands Verbond (1915). Arme mensen betaalden 2,50 gulden (omgerekend naar nu € 23,—) voor elke extra voornaam en het kon ‘met de welstand van de ouders wel opklimmen tot 400 gulden’.

Veel voornamen konden toen wel eens een geweldig statussymbool zijn geweest. Ik kan me voorstellen dat mijn vader, beginnend kunstenaar, daar geen behoefte aan had.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten