De ANWB, al meer dan 75 jaar Kampioen van de autolobby, lijkt teruggekeerd tot haar corebusiness: Algemene Nederlandse Wielrijders Bond. In een interview in het AD en consorten doet directeur Frits van Bruggen, in het kader van de naderende verkieziingen, een oproep tot de gemeenten, te gaan zorgen voor veiliger fietspaden. Ook zouden er meer 30-kilometerzones moeten komen.
De actie is gebaseerd op een onderzoek onder 22.000 ANWB-leden (automobilisten, die wellicht ook wel eens fietsen?) waaruit blijkt dat ‘fietsers in de grote steden zich het onveiligst voelen’. Amsterdam, hoe kan het anders, voorop.
Onder de relevante vragen aan het adres van Van Bruggen, mis ik er minstens één: roept de gemiddelde fietser de onveiligheid niet over zich af? Het lijkt nauwelijks nodig, deze vraag nader toe te lichten, maar ik herinner toch maar aan enkele veelvuldig geuite klachten over het gedrag van fietsers, de rennersclubjes en de electrificatie buiten beschouwing latend. De wild-west-praktijk in, ja, vooral Amsterdam, het rijden door rood en zonder rood (achterlicht), het over de volle breedte in beslag nemen van fietspaden door scholieren, die trouwens al kwebbelend en chattend eerder denken aan hun ‘rechten’ (op rotondes bv) dan aan hun plicht tot uitkijken en anticiperen.
Ja mensen, het gaat als zo vaak om de nuance. Natuurlijk wil ik ‘de strijd’ van Van Bruggen niet diskwalificeren, al heb ik ook mijn bedenkingen tegen zijn idee, het aantal 30-kilometerzones uit te breiden, omdat algemeen bekend is dat ze niet werken c.q. in de praktijk te handhaven. Verkeersveiligheid zit voor driekwart tussen de oren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten