Groot nieuws. Waarmee het Eindhovens Dagblad dan ook de krant opent: ‘Provincie pakt door: Nuenen bij Eindhoven.’ Ik citeer gemakshalve maar even wat van de inleiding: de provincie Noord-Brabant maakt binnen enkele jaren een einde aan Nuenen als zelfstandige gemeente, (…) Ze gaat daarbij lijnrecht in tegen het standpunt van de Nuenense gemeenteraad, die zich in november nog uitsprak dat het zeker niet met Eindhoven wil fuseren.’
Van de gemeente Son en Breugel, dat tot dusver als alternatief gold voor een fusie van Nuenen met Eindhoven, wordt verwacht dat zij zich opnieuw beraadt. Ze koos eerder voor blijvende zelfstandigheid, ondanks de waarschuwing van haar burgemeester dat dwang van bovenaf op de loer ligt.
Lekken is tegenwoordig eerder regel dan uitzondering. De provincie is daar kennelijk nog niet achter, want de drie betrokken burgemeesters zijn (waarom eigenlijk?) vertrouwelijk geïnformeerd over de nieuwe voornemens van Gedeputeerde Staten. Jammer, want niemand, behalve een enkel raadslid, voelde zich vrij op het nieuws te reageren. Zo wel de opinieleider van het ED: ‘Lost de provincie slechts het probleem 'Nuenen' op of is het een stap op weg naar een grootscheepse herindeling van Zuidoost-Brabant?’
Precies. Toen ik onlangs een stukje schreef over het gehaspel van de gemeente Nuenen (Nuenen dwers) was ik – mea culpa – even de gedegen beschouwing vergeten die de doorgewinterde oud-bestuurder Jan van Beerendonk eerder aan het regionale herindelingsvraagstuk had gewijd: Voordeel van het grote, charme van het kleine. Van Beerendonk’s opvatting komt hierop neer: Vorm één grote gemeente, bestaande uit een aantal deelgemeenten. Niet als verlengstuk van het centrale gemeentebestuur, maar redelijk autonome gemeenten die zorgen voor de eigen dorpscultuur en de lokale identiteit met een eigen budget. De centrale gemeente Eindhoven krijgt als taken de bovenlokale zaken als economische en ruimtelijke ontwikkeling en vooral ook coördinerende taken op het gebied van gespecialiseerde zorg en welzijn en andere beleidsterreinen waar nu de individuele gemeenten te klein voor blijken te zijn.
Conclusie: de provincie Noord-Brabant is druk doende met het blussen van een plaatselijk brandje, terwijl het vuur ondergronds voortwoekert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten