Patiënt
met hartritmestoornissen, één van de 800.000, heeft zich na een
wachttijd van ‘n half jaar volgens het verstrekte boekje grondig
voorbereid op een ingreep. Vanaf een bepaalde tijd niet meer eten en
drinken, medicijnengebruik aanpassen. De mentale voorbereiding maar
even buiten beschouwing gelaten. Dan komt om kwart over acht ‘s
morgens vanuit het Eindhovense Catharinaziekenhuis, ‘hartcentrum
van Nederland’, een allesbehalve bevrijdend telefoontje: ‘Teveel
bedpersoneel heeft zich ziek gemeld.’ Weer verschuiven. Zeker een
maand, want ‘dokter D. is hier niet zo vaak.’
Ziekmeldingen
op de mildste nazomervrijdag van het jaar, met vooruitzicht op een
nòg zomerser weekeinde. Ah! Is er nog controle aan huis? Zou me
niet verwonderen, als ook daarop is bezuinigd. En, er wordt
tegenwoordig toch zo veel met oproepkrachten gewerkt? Mag 'ziekte'
voor een ziekenhuis een aanleiding zijn, om het hele dagprogramma op
z'n kop te zetten? Wat? Te elimineren!
De dochter van de patiënt – de familieapp werkt
razendsnel – roept: ‘Ik wil jou wel komen verzorgen,’ maar
dat is natuurlijk galgenhumor. En de patiënt-zelf plant met
een lankmoedigheid die aan blijmoedigheid grenst een aangename
dagbesteding, ter compensatie.
Maar
weet de bestuursvoorzitter, de ceo, of hoe die ongetwijfeld
fors betaalde bonzen ook mogen heten, van de gestroomlijnde gang van
zaken in het gedurende enkele jaren grondig verbouwde en met dat
hartcentrum uitgebreide hospitaal? Wie is hier anders
verantwoordelijk?
Hartcentrum
van Nederland, het is de patiënten/bezoekers tijdens de bouw
ingehamerd met snorkende reclamefoto’s op de bouwschuttingen. Weten
die bobo’s veel, hoe moeilijk het is, dit soort pretenties waar te
maken. Ze zagen nog niet eens dat in de nieuw entreehal een
vervelende trap was geconcipieerd, die na voltooiing van
alarmlichtjes moest worden voorzien.
Ik
begin zelf een ziekenhuis. Zonder koosnaampje als ‘t Cathrien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten