Oostenrijk
is een regenrijk land, de zuidkant van de Alpen (Karinthië) uitgezonderd.
Ongeacht klimaatverandering. Dat weet, diep in z’n hart, iedere toerist als-ie
z’n zonnige vakantiekiekjes op herhaalde uitnodiging naar de krant stuurt. De
24-jarige Wolfgang Amadeus Mozart, wiens Geburtshaus in Salzburg de
grootste trekpleister is, stelde het al vast.
De meester hield in 1780 ‘n soort dagboek bij, waarin hij onomwonden op
ironische toon getuigde van de verveling die hem in Salzburg in z’n greep had.
Hij haatte het door zijn broodheer, aartsbisschop Colloredo, gedomineerde
provinciestadje, stelde zijn ‘ultieme’ biograaf, Wolfgang Hildesheimer, in 1977
vast. Onderstaand ‘regenjournaal’ is aan Hildesheimers boek ontleend. Af en toe
neem ik ook een fragment mee, waaruit het landerige gevoel
van de componist blijkt.
12 augustus 1780: Een donderbui en hard geregend.
13 augustus: Om 7 uur in de Mirabellgarten gaan wandelen zoals je in de
Mirabellgarten gaat wandelen, gaan wandelen, zoals je gaat wandelen, gaan zoals
je gaat. Regenachtig naar niet geregend, stukje bij beetje – glimlacht de
hemel!
14 augustus: Om 6 uur wandelen. Mooi weer, om 9 uur geregend.
15 augustus: Om 7 uur met mijn Papa in de Mirabellgarten gewandeld. Aardig
weer. ‘s Middags een donderbui. En geregend.
16 augustus: Na het avondeten naar de finale muziek aan het hof en in het
Collegio. Geregend, daarna opgeklaard. En weer geregend.
17 augustus: Bij Mad:selle Heilig, die met haar grote teen haar neus
uitpulkt (…) geweest. Geregend.
18 augustus: Om 7 uur wandelen. Mooi weer. ‘s Avonds is het gaan betrekken.
Geregend.
19 augustus: (Hier toont Mozart zich van zijn scabreuse kant.) om te
schijten, mijn persoontje, een ezel, een lammeling, weer een ezel, en ten slotte
een neus, in de kerk. Thuis gebleven de pomp in mijn aars, pomp mijn aars een
beetje erger op. ‘s Middags Katherl bij ons, en ook de Heer Fuchs-Flikflooi, die
ik daarna braaf de kont gelikt heb; o kostelijke kont! – Doctor Barisani ook
gekomen. De hele dag geregend.
20 augustus: Het meest afschuwelijke weer. Niets dan gieten, gieten, gieten
et caetera.
21 augustus: Geregend.
22 augustus: Om half 6 gaan paraderen. Mooi weer.
23 augustus: Om 7 uur in de Mirabellgarten wandelen. Mooi weer. Ben ik een
echte idioot? of een flikflooier, ezel en kuitenflikker.
Saldo: 12 dagen, waarvan 10 op z’n minst regenachtig.
Het jaar daarop nam Wolfgang ontslag als musicus aan het Salzburger hof; een
schop onder z’n kont van de aartsbisschoppelijke intendant, graaf Arco, was zijn
vertrekpremie.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten