donderdag 5 juli 2012

Omgaan met de dood

De omgang met sterven en dood is de laatste jaren aan verandering onderhevig. Mensen komen er door de sterkte en de frequentie waarmee de media hen met de harde werkelijkheid confronteren, dagelijks mee in aanraking. Mede daardoor zijn sterven en dood uit de taboesfeer geraakt en heeft het besef post gevat dat ‘de dood bij het leven hoort’.

De secularisatie van dat leven, die met zich meebrengt dat de overwegende rol van het geloof bij het afscheid is afgezwakt, zo niet verdwenen, heeft geleid tot nieuwe vormen, waarvan het vervangen van de begrafenis door de crematie met een geheel vernieuwde cultus wellicht de belangrijkste uiting is. Daarnaast zijn er andere methodes van stervensbegeleiding ontstaan zoals die van het hospice voor terminale patiënten die graag ‘thuis’ willen sterven, maar daar niet over de naar hedendaagse maatstaven onontbeerlijke faciliteiten kunnen beschikken.

Geen stad of dorp van enige omvang, of men streeft er naar de inrichting van zo’n hospice. En dan kunnen er moeilijkheden rijzen, problemen die voortvloeien uit het feit dat niet van iedereen kan worden geëist dat hij zich onmiddellijk thuis voelt in de nieuwe benadering van sterven en dood. Vooral van mensen, die in de tradities van weleer oud zijn geworden en voor wie het allemaal wel erg snel is gegaan, voor wie de klok nog luidt, kan het moeilijk zijn, dag in dag uit met de praktijk van een hospice te maken te krijgen.

Zo’n probleem speelt momenteel in Best, waar men een hospice wil vestigen in een appartementencomplex, dat ‘aanleunt’ tegen het zorgcentrum De Kanidas. Daar wonen mensen van zeventig, tachtig jaar die zich nog redelijk fit voelen en niet in de laatste plaats voor hun appartementje hebben gekozen omdat zij veel verwachtten van het onderling sociaal verkeer  - niet in de veronderstelling dat daar ook een ruimte zou zijn, die op stervensbegeleiding is toegespitst. Het is hun al voldoende dat zij letterlijk het uitzicht hebben op het kerkhof.

In het licht van het voorgaande (het geringer vermogen tot aanpassing aan het heden) kan ik me de bezwaren van die bewoners voorstellen en begrijp ik ook dat zij desnoods tot het uiterste (de rechter) willen  gaan, om de plannen van de initiërende stichting te torpederen. Maar zover is het nog niet. Het al dan niet doorgaan van de hospice is puur afhankelijk van de vraag, of het gemeentelijk bestemmingsplan dit toestaat. In eerste instantie is dat niet het geval, maar B en W van Best zijn bereid, de noodzakelijke wijziging van dat plan te bevorderen. Wat hier opvalt, is de kille, bureaucratische benadering van het geval door het college. De wethouder van ruimtelijke ordening, de CDA-er Paul Gondrie zei volgens het Eindhovens Dagblad: ‘We kijken puur naar de regels en op grond daarvan vinden wij dat het kan.’

Ja, ik begrijp best dat het gemeentebestuur formeel niet anders kan dan de wens van de hospice-stichting honoreren, maar dan is er toch sprake van ‘heel vervelende regeltjes’. Misschien moet de stichting Bijna Thuis Huis Best toch nog eens bij zichzelf te rade gaan. Doet ze dat niet, dan wens ik de protesterende bewoners ‘n heel goeie advocaat toe.

1 opmerking:

  1. Nieuw afscheidsritueel: Vanmorgen, kwart voor twaalf, na uitvaartdienst in de Odulphuskerk. Vanaf het kerkplein werd, terwijl de lijkauto klaar stond om naar het kerkhof te rijden, een oranje nylon heteluchtballon opgelaten. Ze verdween in nauwelijks een minuut uit het zicht.

    BeantwoordenVerwijderen