De Brabants-gotische toren van de Petruskerk in Oirschot staat in de steigers. Veertig jaar na het naoorlogs herstel. Wel vroeg eigenlijk... Soit.
Het Groninger Museum is al na 15 jaar vervallen. Da's andere koek. In de NRC staat daarover een groot verhaal, waarbij je de haren te bergen rijzen: Water - het museum ligt immers in het water - sijpelt door ramen en kieren en de glazen vloer is zo door de voeten van de bezoekers bekrast dat je er niet meer doorheen kunt kijken.
Nog wat door de krant verstrekte info: Het water laat een spoor van vlekken na op de betonnen vloer. Al in 1998 zorgde dat water voor veel overlast. Zandzakken moesten voorkomen dat de hele verdieping onder water kwam te staan. De kunstcollectie moest in veiligheid worden gebracht.
Genoeg.
Zegt directeur Kees van Twist: 'Het verval is niet verrassend. Het is een zeer onderhoudsgevoelig gebouw met (...) gevoelige materialen. Dat vraagt om meer dan enkel klein onderhoud, zoals we nu regelmatig plegen.'
Niemand geeft iemand de schuld. Stel je voor zeg. Het ligt niet aan het ontwerp of aan het materiaal, durft de directie glashard te beweren. Mag ik dat allemaal klets vinden? Het Groninger Museum is gewoon een onding, een echec, vergelijkbaar met die rampzalige NZ-lijn in Amsterdam.
Vijf miljoen euro gaat deze grap kosten, inclusief wat aanpassingen die te maken hebben met een destijds onderschatte belangstelling voor het museum. Na de zandzakken, de zakken met geld. Daar moet het museum nog voor met de hoed rond. Probeer de 'duurzaamheid' van de te verrichten werkzaamheden wat op te krikken zou ik zeggen, tot minstens 'n halve eeuw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten