Het zwakste argument tegen het schrappen van de burgemeester (benoeming door de Kroon) uit de grondwet, lijkt me toch wel dat van de burgemeester van Delft, Marja van Bijsterveldt: ‘Een burgemeester moet boven de partijen staan. Die moet écht van iedereen zijn. Het helpt niet als je straks door een deel van de kiezers bent gekozen en door een deel niet.’ (AD consorten, 15.11.2018.)
Boven de partijen. Op zich al een mastodontische redenering. Volgens Van Bijsterveldt is die eigenschap door het genoemde grondwetsartikel geborgd. In de praktijk kan dat nogal eens tegen vallen. We leven inderdaad niet meer in de negentiende eeuw en ook niet meer in de eerste helft van de vorige. Met haar onderscheid tussen kiezers en (niet-)kiezers haalt Van B. al helemaal de bodem onder haar redenering uit. Als CDA -minister van onderwijs (ca. 2011) is zij toch ook door niet-kiezers gedoogd?
Van B. vreest kennelijk ‘Belgische toestanden’, maar door het uit de grondwet halen van het burgemeestersartikel is nog allerminst zeker dat een nieuwe politieke figuur ontstaat. De verkiezing en de wijze waarop is nog helemaal niet aan de orde.
De omgang met de burgemeester in Nederland kenmerkt zich nu door gebrek aan transparantie, in de benoemingsprocedure en in het verkeer met die burgemeester in functie. In de gemeente Best, waar ik toevallig woon, kunnen we daarover meepraten. Een gemeenteraad die samen met hem duikt als de burgemeester bij een wettelijke misstap zich logischerwijs in het openbaar zou moeten verantwoorden – die hem vervolgens bijna letterlijk laat ‘afgaan door een zijdeur’. Een vertrouwenscommissie die bij de keuze van een opvolger, zonder de broodnodige duidelijkheid jegens de burger, uit zeventien (!) kandidaten slechts twee overhoudt, onder wie de waarnemer. Niks ten nadele van de inmiddels geëffectueerde voordracht van die waarnemend burgemeester – voor continuïteit valt ook wel wat te zeggen - maar het blijft achterkamertjes…eh…politiek!
Boven de partijen staan, jaja. We hebben hier meegemaakt dat een PvdA-burgemeester het koste wat kost vervangen van een PvdA-wethouder ‘n half jaar voor de raadsverkiezing verbaal steunde. (Die wethouder zou na het voorziene verlies van haar partij bij de installatie van de nieuwe raad zonder boe of bah het gemeentehuis verlaten).
Begeef ik mij teveel op zijpaden? Helemaal niet. Mijn stelling luidt: als ooit de burgemeester zou worden gekozen, dan staat of valt zijn democratisch functioneren met zijn/haar integriteit. En die is niet afhankelijk van een handtekening van de koning, die overigens niet meer is dan een ceremoniële bekrachtiging van het besluit van de minister van binnenlandse zaken. Welke laatste zijn plek aan de kiezer heeft te danken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten