Op 11 april is bij Petit & Fritsen in Aarle Rixtel de laatste klok gegoten. Het eeuwenoude familiebedrijf hield op te bestaan – werd overgenomen door Eijsbouts in Asten (nu de laatste klokkengieterij in Nederland). Frank Fritsen (1958) tegen Het Parool: ‘Tot ik mijn laatste adem uitblaas zal het pijn blijven doen.’
De naam Petit & Fritsen zegt mij iets sinds ik ‘n jaar of twaalf was. In die tijd kreeg de Laurentiuskerk in Ginneken, mijn geboortedorp, uit deze gieterij haar klokken ‘terug’. Waren het er twee of drie? Ik weet het niet precies meer. Maar de legendarische pastoor Eduard Doens liet het volgende gedicht in de grootste klok gieten:
Heiland heet ik,
Jub’lend treed ik,
in de plaats van een ontvoerde,
toen diep leed ons land beroerde.
De roof door de bezetter, die het vredige brons omsmolt tot kogels en granaten, herinner ik me ook nog, vooral die van de klok uit de toren van de Ned. Hervormde kerk (voormalige, middeleeuwse Laurentiuskerk) tegenover ons huis. Men moest er ‘n galmgat voor vergroten om ‘m er door te krijgen.
De rol van de klok in bij het slaan van de uren werd in de toren van de r.-k. kerk overgenomen door… een zuurstoffles. Idee van de koster. Het klonk ‘n beetje blikkerig, maar iedereen kon toch blijven horen hoe laat het was. Ook toen het Laatste Uur van de Bezetter was geslagen.
Ja de klokkengieters hadden het druk, na de oorlog. Alleen zogenaamde monumentale klokken, bij voorbeeld die van de gieters Hemony, hadden van de Duitsers mogen blijven hangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten