De openbare weg gebruiken voor autoraces is gevaarlijk en dus verboden. Zelfs het wegennet van een in het weekeinde nagenoeg verlaten bedrijventerrein is wat dat betreft taboe. Als de politie er lucht van krijgt, grijpt ze onmiddellijk in.
Het is in dit land – wat? in het overgrote deel van Europa – een gedrang van jewelste. We zitten elkaar in de weg. Een daarmee samenhangend probleem dat deze zomer weer enorm opspeelt, is dat van wielerliefhebbers, die in groepen liefst op de hoofdrijbaan en anders dan in godsnaam op het fietspad hun overdosis testosteron ventileren met Tourtje spelen. ‘Opzij, opzij, wij komen eraan.’ Ongelukken, soms met dodelijke afloop, aan de lopende band.
De toon waarop die pelotons zich door het meer gezapige, vaak oudere recreĆ«rend publiek een weg banen, de barsheid waarmee deze fanatieke macho’s de vrije doorgang voor zich opeisen, verhogen de irritatie en het wachten is op het moment dat hun letterlijk een spaak in het wiel wordt gestoken. Voetbal is oorlog. De fietserij onderhand ook.
In BelgiĆ« heeft men gemeend, het ongeremd fietsen te moeten bestrijden met ribbels in het fietspad. Daar is natuurlijk enorm tumult over ontstaan. Bij ons pleit de ANWB voor een ‘wielrenverbod’ op drukke zonnige dagen. De Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU), anders dan je zou denken de belangenbehartiger van de racefietsers, had natuurlijk onmiddellijk zijn antwoord klaar: ‘Ook wielrenners fietsen voor de beleving. Op mooie dagen moeten ook zij van omgeving kunnen blijven genieten.’ Ok, als dat maar niet ten koste gaat van anderen.
Zo komen we er niet uit. Nu hoor ik het alternatief al: ‘Er is een mentaliteitsverandering nodig.’ Jaja, we kennen dat van het reguliere verkeer. Ik zie de SIRE-spotjes al verschijnen. Misschien moet de economische crisis nog even doorsudderen, zodat het ‘ikke, ikke en de rest kan stikken’ plaats gaat maken voor meer (afschuwelijke term, maar ik weet zo gauw niks anders) wijgevoel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten