Een Amsterdamse VVD-wethouder is het toch gelukt, tijdens de kerstdagen, waarin politici (met uitzondering van Wilders) en andere luxe paarden als overbetaalde tv-presentatoren genieten van het zelfbedachte nieuwsvacuüm, de media te halen. Hij pleitte, niet als eerste trouwens, voor afschaffing van tweede kerstdag. Ook nog eens goed voor de economie, voegde hij eraan toe.
Gauw vergeten, want ook als slechts eerste kerstdag en nieuwjaarsdag als officiële rijk zondagen overblijven, zullen wij kans zien onze gezellige wintervakantiedagen aan elkaar te knopen.
Ik ben oud genoeg om me de derde kerstdag nog te herinneren, Die bestond trouwens al in de tijd van Bach, want hij schreef er zijn derde kerstcantate voor. Mijn moeder spotte ermee: op naar de 27e kerstdag.
Is die wethouder een snelzeiker? Nou nee, dat woord betekent iets heel anders. Dat heb ik tijdens een familiaal kerstdiner vernomen van de moeder van de man van de dochter van Levensmaatje. Waar je het tijdens zo’n diner al niet over kunt hebben.
Het zit zo: Ooit droegen de vrouwen onder hun rokken geen broek. Voor het doen van een plas hurkten ze gewoon op de akker of langs de kant van de weg. Toen kwam de snelzeiker: een broek zonder kruis. Die moet tot het eind van de negentiende eeuw in gebruik zijn geweest. Vervolgens een broek met strikskes aan de zijkant, wist de moeder van etc. We zijn dan aangeland in de tijd van de directoire, de volwaardige roze damesonderbroek, de voorganger van het slipje.
Het begrip snelzeiker was voor mij volkomen nieuw. Het komt ook niet voor in de mij ter beschikking staande naslagwerken, ook niet in het beroemde Brabantse spreekwoordenboek van Mandos. Maar het staat wel op het internet, namelijk in het Vlaams Woordenboek. Daar lees ik: snelzeiker (de ~ (m.), ~s) damesonderbroek met open kruis, maar meer bepaald in de tijd van mijn overgrootmoeder, dus géén sexy lingerie! En: Als mijn bomma vroeger moest plassen, dan kon ze zich gewoon neerzetten waar ze wilde omdat ze niks anders dan snelzeikers droeg.
Je zou het niet zeggen en eerder denken aan ‘schoonmoeder’ (bonne mama), maar bomma betekent oma. Zo zijn we vanzelf weer bij de moeder van etc..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten