Wie het duidelijkst hoorbaar walgt van geld, is er het meest op belust. Het doet me denken aan die baron van zéér oude adel maar zo arm als een kerkrat, die ‘desnoods’ zijn dochter wel wil koppelen aan blauw bloed van wat versere datum, maar met redelijk gevulde schatkist. Hij zei terloops: ‘Praat me niet van dat walgelijke geld.’
Dus die potentieel buitengewoon kundige, toekomstige artistiek leider van het project Culturele Hoofdstad Brabant 2018 waaraan enigszins geforceerd de naam van de stad Eindhoven is gekoppeld, die ligt helemaal niet wakker van het rumoer over het salaris naar de Balkenendenorm (168.000 euro) dat hem is toegedacht. De uitspraak is hem door een verslaggever ontlokt: Hoe slaapt u de laatste tijd? Uitstekend, dank u.
Natuurlijk kun je van alles verzinnen, om zo’n salarisniveau goed te praten, als variant op ‘anders vertrekt-ie naar het buitenland’, maar het kan nooit op tegen de simpele waarheid dat die gooi naar de titel van Culturele Hoofdstad de hobby is van een club van bestuurders en zich kunstpaus wanende figuren, die de verdenking op zich laden, er vooral op uit te zijn, zichzelf op de voorgrond te plaatsen. Neem nou zo’n directeur van het Muziekgebouw Frits Philips. Die zegt van de artistiek leider: ‘Hij brengt dat geld dubbel en dwars op’. Dat klinkt weliswaar aardig, bijna professioneel. Maar meneer: hoe dan? Onderbouw dat nu eens met méér dan de bewering dat zich hier iets ‘op wereldniveau’ gaat afspelen. Ja, dat begrijpen we, het wordt niet iets met vendelzwaaien en geroffel van gildetrommen.
Het siert de Brabantse politiek (deelnemende steden en provinciale staten), dat zij in deze financieel hoogst onzekere tijden, de neiging heeft, hoho, wacht es even te roepen. Maar ze moet nu wel duidelijkheid verschaffen: krijgt die stichting (typisch Brabants, lekker onder ons, zonder teveel pottenkijkers) nu carte blanche à raison van 10 miljoen euro per stad, of blijft het bij hondengeblaf, terwijl de karavaan onstuitbaar doortrekt?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten