Burgemeesters doen steeds vaker wat burgemeesters niet moeten doen. Zo heb ik wel eens een burgemeester de uitslagen van de raadsverkiezingen zien presenteren. Moeilijk als je als (nog steeds) benoemde functionaris geacht wordt, boven de partijen te staan. De burgemeester hoort op zo’n verkiezingsavond de grote afwezige te zijn en zijn of haar nieuwe politieke biotoop thuis, eventueel met het oor aan de plaatselijke omroep, respectievelijk surfend op het internet, af te wachten.
Ben ik ouwerwets? Zeker. Maar is daar iets mis mee dan? Ik stam nog uit de tijd dat burgemeesters bij voorkeur uit de adel werden gerecruteerd. Evenals commissarissen der koningin. Niet dat ik daar nu nog voorstander van zou zijn, hou me ten goede, maar het is het andere uiterste, zal ik maar zeggen. Want tegenwoordig komen ze overal vandaan – zelfs uit Limburg – en dragen voornamen als Boy. Da’s wel iets anders dan jonkheer meester, soms ook nog doctor, enz.
Overigens kon het voorheen onder ‘ons mensen’ ook wel prikkelend toegaan. Zo las ik een handgeschreven zogenaamd visitatieverslag uit ca. 1900 – wel héél lang geleden, ik geef het toe - van een Brabantse commissaris-baron over een plattelandsgemeente in West-Brabant, waar een burgemeester-baron aan het roer stond. De provincie-commissaris-baron uitte zijn verwondering erover dat hij, per rijtuig arriverend, niet op de stoep van het gemeentehuis werd verwelkomd. Zo liet de ene baron de andere blijkbaar voelen, dat ze in principe op hetzelfde niveau stonden. Qua adel dan. Vandaar misschien dat, toen die burgemeester-baron overleed, er door toedoen van de commissaris-baron een jonkheer tot opvolger werd benoemd. Ietsje minder adel. Een burgemeester, tevens hartstochtelijk jager, die later door zijn ‘eigen’ bromsnor wegens stroperij zou worden bekeurd. Maar dit terzijde. Trouwens alles terzijde, want het gaat in principe om een vergelijking met ‘de boys’ van heden.
Tot de activiteiten van hedendaagse burgemeesters en andere bestuurders behoort tegenwoordig ook het ‘zelf schrijven’ van columns. Nee, niet op het internet, in dat stadium van digitale ontwikkeling zijn die bestuurders nog niet beland. Maar in het plaatselijke krantje, al dan niet in gekochte plaatsruimte. De meeste burgemeesters weten nog net, hoever ze in hun ontboezemingen kunnen gaan: tot laat ik zeggen een variant op de gemiddelde dagsluiting, respectievelijk het voorwoord in de gemeentegids, waarbij de mensch voorheen altijd achter zijn bureau, met de vulpen in de hand en in de lens kijkend werd afgebeeld.
Zo niet de Limburger Boy Swachten, burgemeester van Bladel cum annexis. Die kreeg het aan de stok met een van origine Friese kastelein in het kerkdorp Hulsel over een column, waarin hij – excuseer - zijn gal spuwde over de wijze waarop die omging met de Limburgse biercultuur, mitsgaders de betaling van twee euri’s. Zoiets. Dat is zo hoog opgelopen, dat de kroegbaas heeft aangekondigd, de burgemeester bij kop en kont te pakken, als hij het waagt weer eens zijn café te betreden. Boy wil er, volgens het Eindhovens Dagblad verder niks over zeggen. Dat doet hij in zijn volgende column.
Bladel cum annexis heeft bij voorbaat rooie oortjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten