In Best is commotie ontstaan rond een duur kunstwerk (kunst is altijd duur, in dit geval gaat het om 83.000 euro) dat in crisistijd is besteld ter plaatsing nabij het protestantse kerkje in de wijk Wilhelminadorp.
Die wijk is niet gehoord, oftewel voor een voldongen feit gesteld. Het wrange is in dit geval dat in Wilhelminadorp relatief veel bejaarden wonen, die onlangs tevergeefs hebbengevraagd om plaatsing van enkele zitbanken.‘Te duur’.
Je kunt niet zeggen dat helemaal geen sprake is van inspraak, want de keuze van kunstwerken voor de wijken wordt in Best mede bepaald door een Adviescommissie Beeldende Kunst, waarin, naast de wethouder van cultuur (voorzitter), een stedebouwkundige en een ambtelijk secretaris, vier ‘overige leden’ zitten, wie dat dan ook mogen zijn. (Website noch gemeentegids geeft daarover vindbare informatie.)
Die commissie heeft, om het zo maar uit te drukken, al enkele wijken eerder van kunst ‘voorzien’: IJsbeeld in Heivelden, dat refereert – hoe raadt u het zo – aan de ijstijd en De Mol op het dak van de spoortunnel. Tot dan is het redelijk goed gegaan, al is het met graven geassocieerde monster zo zwaar bediscussieerd dat de tv-zender SBS6 al eens op het punt heeft gestaan, er een uitzending aan te wijden.
Laten we voor eens en voor altijd vaststellen: kunst op straat is altijd omstreden. Dat komt gewoon doordat het bepalen van wat kunst is en wat niet, altijd gebeurt op subjectieve gronden. Ik heb geen inzicht in de tactiek van genoemde adviescommissie , maar ik zou me best kunnen voorstellen dat die zich op haar beurt laat adviseren door een persoon of instelling over wat op dit moment ‘erkende’ kunst is en wie kan bogen op een zekere reputatie als beeldend kunstenaar. Hoe kom je anders uit bij Adam Colton (IJsbeeld) en Tom Claassen (Mol)?
Eén ding is zeker, de zogenaamde publieke smaak komt er nóóit aan te pas. Wat dat betreft, moet je van ‘wijkinspraak’ niet teveel verwachten. De doorsnee inwoner zal immers altijd zijn voorkeur uitspreken voor ‘echte’ zogende biggetjes, trommelende gildemannen in brons en dito karnende boeren, al was het boter karnen eertijds het werk van de boerin.
Kom daar maar eens uit.
Wat je wel moet loskoppelen, is de prijs die – al dan niet terecht – voor kunst betaald wordt en die van andere behoeften. Want het is natuurlijk niet waar dat een kunstwerk de plaatsing van zitbanken in een wijk in de weg staat. Dat suggereren is het bedrijven van populisme als het met de vinger nawijzen van ‘linkse hobbyisten’.
(Zie voor reacties ook hhBest)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten