Er wordt niet zoveel meer getrouwd. Jongeren zien het deficit bij hun ouders. Een op de drie huwelijken loopt spaak, al dan niet ontaardend in een vechtscheiding. Er zijn andere mogelijkheden, het samenlevingscontract bij voorbeeld. En een bruiloft kan flink in de papieren lopen.
Wie uiteindelijk wel besluit te trouwen, vaak als er al een of meer kinderen zijn en het kostje van de tweeverdieners gekocht is, wil dan ook dat iedereen het weet en groots uitpakken.
Hoe ver men daarbij kan gaan, bleek onlangs tijdens zo’n trouwerij in Rotterdam, waar de stoet – met bruiloftsgasten op autodaken – al hevig toeterend het verkeer lam legde en waar en passant een politieman het ziekenhuis in werd geslagen. ‘Ik doe wat ik wil.’ Dat getoeter is overigens afgekeken van de praktijk in Frankrijk; het is daar een zorgvuldig gekoesterde traditie.
Op films zie je het nog wel eens: een ambtenaar of pastoor die na het wederzijds ja zegt: ‘U mag nu de bruid kussen.’
Haha, mag dat? Laatst was ik bij een (burgerlijke) huwelijksvoltrekking (onjuist, want die werd altijd pas een feit op het moment dat het paar actief het bed had gedeeld – wat door familie empirisch werd vastgesteld) waar de ambtenaar wijselijk zijn uitnodiging tot zoenen achterwege liet. De kersverse echtelieden hadden immers al zo ongeveer de blaren op hun lippen.
Dan heb ik er nog een van twee generaties verder, die het boeren in Nederland voor gezien heeft gehouden en nu dagelijks 500 koeien melkt in Nieuw Zeeland. Die lag onlangs met zijn Oekraïnse vriendin in een hotelbed. Kwam de aanmaning 'vertrekken', waarop hij riep: 'we zijn nog aan het gymnen'.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten