vrijdag 24 augustus 2018

Mr. F. van Lanschot

Mr. F. van Lanschot. Dat kunnen er heel wat zijn, want velen uit het bekende Bossche bankiersgeslacht hadden als eerste voornaam Franciscus. Dit is evenwel Frans Joseph Lodewijk, als ik het goed gezien heb, geboren in 1911 en burgemeester van Geldrop van 1946 tot 1974. Dat waren nog eens ambtstermijnen.

Het ED noemde deze burgemeester in een verhaal over de wederopbouw-tijd. Laat ik nou dezer dagen toevallig even aan Van Lanschot hebben teruggedacht. Komt zeker door het nakende afscheid van een burgemeester van Best – heel ongebruikelijk, niet met een bijzondere raadsvergadering maar met een receptie in een etablissement in het buitengebied. De achtergrond daarvan laat ik hier maar even voor wat ze is.

Wat is het verband? Het moet in 1971 zijn geweest dat ik Van Lanschot interviewde in verband met zijn 25-jarig ambtsjubileum. Hij stemde daarmee in met de woorden, ‘want jij bent een fatsoenlijke vent’. Daarmee zette hij zich af tegen een eertijds concurrerende collega, die hij kennelijk als een soort nagel aan z’n doodkist beschouwde.

Ik herinner mij dat het een – voor die tijd – buitengewoon openhartig interview was, waarin de jubilaris, vertrouwend op mijn ‘fatsoen’, mededelingen over zijn privĂ©leven en –opvatttingen niet schuwde, Nou ja, zo ging dat toen nu eenmaal. Relevant in het kader van de aanleiding tot het gesprek was zijn mededeling dat een jubileumreceptie van hem niet hoefde, want… ‘ik ben er toch voor betaald?’

Het zal duidelijk zijn, de toenmalige burgemeester van Geldrop was een aparte figuur. Dat zag je ook in en rond de raadsvergaderingen. Destijds vormde het raadslid A.D. (Toon) van Elten op z’n eentje de oppositie. Toon had aan het Bogardeind een winkeltje, waar hij in de middagpauzes snoepjes aan scholieren verkocht. Hij was echt een man van het volk, die een geweldige aanhang had in de wijk Braakhuizen. Daar kwamen zijn stemmen vandaan. Toen de aanleg van een nieuwe wijk in de raad aan de orde kwam, kreeg hij de lachers op zijn hand met de vraag: ‘Komt er ook een warme buurt?’ Van Lanschot liet dat  passeren maar stapte in de pauze op het raadslid af met de woorden: ‘Zulke dingen moet je niet zeggen, Van Elten. Dat haalt de waardigheid van de raad naar beneden.’

Een nazit van de raad in het toenmalige Groen Koffiehuis was toen vaste prik, waarbij – de gordijnen dicht – stevig werd ingenomen en het sluitingsuur nog wel eens kon worden genegeerd. Van Lanschot, die er tegenover woonde, heeft toen alle daar aanwezige raadsleden ‘n keer op de bon laten slingeren. Dat haalde zelfs de Volkskrant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten