De TV-actie ter bestrijding van van de ebola (555) is in
gevaar, omdat BN-ers niet naar Afrika durven, respectievelijk hun verzekeraars
het ook niet zien zitten. Dat maakt zo’n uitzending ‘n stuk minder spannend.
Je zou dan best willen weten, wie het allemaal laat afweten. Erika Terpstra,
anders steeds bereid naar verre, warme landen af te reizen, mits er aaibare
zwartjes (dit is natuurlijk een neerbuigende, kolonialistische
aanduiding uit de tijd van de missiepaters en het ten bate van hun werk op
school verzamelde zilverpapier) in de buurt zijn. En uiteraard de inzoomende
camera’s. Paul de Leeuw, ook niet vies van nóg meer aandacht? Gordon, wiens
succes bij schofferende opmerkingen tegen wie dan ook hem altijd van succes
verzekeren? Ach je kent ze natuurlijk allemaal, want ze teren voor zolang het
duurt eerder op hun BN-erschap dan op enig talent.
Nee, dan de Karel Doorman. Die heeft toch maar mooi de nodige
spulletjes afgeleverd in de haven van Sierra Leone. Het ministerie van
Buitenlandse Zaken twitterde een op veilige afstand genomen foto van het lossen
van die hulpgoederen; met zo’n beeld kan je de nationale hysterie op de
beeldbuis natuurlijk niet opvoeren. Ik bedoel maar, het beoogde ‘succes’ van
zo’n tv-uitzending is ook een kwestie van volksmentaliteit. Altijd zo geweest. 'Een volk krijgt de krant die het verdient.'
Ik hoor intussen dat ook journalisten met de veiligheid in de ebolanden
zouden worstelen. Dat verbaast me enigszins, in aanmerking genomen, dat
we vrijwel dagelijks zien hoe verslaggevers als Jan Eikelboom en Sander van
Hoorn, in het Midden-Oosten in buitengewoon riskante situaties hun werk doen.
Maar ja, niet iedere journalist heeft een organisatie achter zich.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten