Pieter (is het eigenlijk niet Piter?) Sjoerd Gerbrandy, de oorlogspremier, heeft eindelijk zijn biografie. Van niemand minder dan Cees Fasseur, ook de levensbeschrijver van koningin Wilhelmina. Zijn laatste boek in dit genre, want hij is 75 en wil geen onvoltooid werk achterlaten. Ongetwijfeld was Gerbrandy de enige MP, die het in oorlogstijd in Londen, zonder parlement, zó had kunnen klaren. Ondanks, of liever dankzij z’n gereformeerde rechtlijnigheid en eigengereidheid.
Een eigengereidheid die hem deed botsen met die andere ego: Wilhelmina. Er was overigens uiteindelijk veel onderling respect.
Gerbrandy was trouwens een man, 'waar je best een borrel mee kon drinken', ervoer zijn Britse ambtgenoot Winston Churchille, die hem Sherry Brandy noemde.
De AR-politicus P.S. Gerbrandy (1885-1961) was na de oorlog nog elf jaar lid van de Tweede Kamer, dus nogal wiedes dat ik 'm wel eens tegenkwam, toen ik in Friesland als journalist de boel onveilig maakte (waarover later meer). Altijd leuk. Minder leuk was de wijze waarop de in Holland zetelende eindredactie van de krant waarvoor ik werkte eens een vermeende 'misstap'van het Friese kamerlid op de voorpagina meldde met de kop: Friese snorrebaard zat er naast. Dat kon natuurlijk niet in een Fries dagblad.
In 1956 of daaromtrent kwam Gerbrandy 'n kijkje nemen bij een internationaal schaaktoernooi in het Beursgebouw te Leeuwarden. Gewillig poseerde hij met een Russische schaker voor mijn camera, een Agfa Isolette III, voorzien van een flitsapparaat met losse Philipslampjes. Maar het wilde dat het lampje op het cruciale moment met een harde knal uiteenspatte. Gerbrandy noch de Rus vertrok een spier. En ik werd gearresteerd noch verwijderd.
Dat waren nog eens tijden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten