Hans Vermeeren, eindredacteur van het Eindhovens Dagblad, schreef in zijn krant op persoonlijke titel een open brief aan provinciebestuurder Ruud van Heugten over diens methodes om het zwaar omstreden plan tot de voltooiing van de wegenruit rond de stad ‘er door te drukken’. Onder verantwoordelijkheid van de gedeputeerde bracht de provincie onlangs een dure glossy brochure uit teneinde de toegenomen onwil van de gemeenten om (financieel) bij te dragen aan het project te bestrijden.
Over de kwaliteit van deze brochure noch over het ‘bestaansrecht’ ervan laat ik mij uit. Daar gaat het hier even niet over. Evenmin wil ik uiteraard het recht van Vermeeren – overigens een voorstander van De Ruit – naar aanleiding van die folder, zich met een open brief tot de provinciebestuurder te richten. Het is zelfs in dit geval saillant dat uitgerekend een aanhanger van het provinciale beleid in deze, in de pen klimt. Terecht zet het ED (dezelfde eindredacteur?) er dan ook de kop boven ‘Brochure werkt averechts’.
Maar wat mij als onafhankelijk journalist steekt, is het amicekarakter van dit verhaal: ‘Beste Ruud.’ Het gejij en gejou is niet van de lucht. Dat riekt naar ouwe jongens krentenbrood en is in strijd met het ethisch gegeven dat de journalist te allen tijde afstand dient te bewaren van het maatschappelijk verband – de stad, de regio, het verspreidingsgebied dat hij geacht wordt te bedienen. Met andere woorden, iedereen, ook redacteuren-zelf, heeft het recht, zeker op de nadrukkelijk als ‘opiniĆ«rend’ gepresenteerde pagina’s van de krant, te zeggen wat hij/zij wil. Maar de manier waarop deugt in dit geval niet. De journalist Vermeeren laadt de verdenking op zich van schouderklopjes, al dan niet aan de tap met beste Ruud.
PS: Ik ben natuurlijk ook tegen radioverslaggevers die een gesprek met een actievoerder besluiten met ‘Succes!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten