Het ongenoegen over het opereren van de Rabobank is wat ons betreft niet van vandaag of gisteren. Daarvoor hadden we geen informatie nodig over het gesjoemel met rentepercentages, zoals dat eind vorige maand aan het licht kwam. Gelukkig zijn de klanten mondiger geworden en is er geen enkele reden hen er van te weerhouden, hun gal te spuwen over wat zij snerend ‘hun bank’ noemen en over het bankwezen in het algemeen. Graag zelfs, want we weten allen dat het, ondanks de lessen die uit het recente verleden kunnen worden getrokken, nog steeds niet goed zit in die branche.
Dat nu vooral de Rabobank de gebeten hond is, ligt in de lijn der dingen. En dat de media in alle informatie die het miskleunen van die bank onderstrepen nieuws zien past in deze tijd van elkaar op de hielen zittende hypes. Maar om nu maar alles, zonder controle of wederwoord af te drukken, wat de boze burger te berde wenst te brengen, gaat mij een tikkeltje te ver.
Zo staat er vandaag een (te) groot verhaal van een RabocliĆ«nt in het Eindhovens Dagblad, dat ik geneigd ben, een schandvlek op de opiniepagina te noemen. Dat stuk bevat, om te beginnen, zo weinig nieuwe informatie dat het hooguit samengevat in de brievenrubriek geplaatst had kunnen worden. Maar, wat erger is, de schrijver denkt het zich te kunnen permitteren, de Rabotop zonder meer weg te zetten als witteboordencriminelen, al probeert hij dat te legitimeren met tussen haakjes de toevoeging ‘sorry bestuurders’.
De hoofdredactie is verantwoordelijk voor de inhoud van de krant. Welnu, dit stuk had zij niet zomaar mogen laten passeren. De bankiers zullen inmiddels wel een olifantshuid hebben ontwikkeld voor het vitriool dat dagelijks over hen wordt uitgestort, maar als zij de schrijver, respectievelijk de krant hierop zouden aanspreken, zouden zij volkomen in hun recht staan.
Zo makkelijk is het maken van een krant nu ook weer niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten