Bart Brouwers, de multimediajournalist, die de (internationale) ontwikkelingen in de dagbladsector op zijn weblog Dode Bomen op de voet volgt, was er als de kippen bij om deze uitspraak van Donald Graham, tot voor kort eigenaar van de Washington Post, te citeren (ik vertaal maar even): ‘De krantenuitgeverij stuit op telkens weer nieuwe vragen, waar wij geen raad mee weten.’
De verkoop van de Post - wellicht door de onthullingen rond het Watergate-schandaal, die in 1974 tot het aftreden van president Richard Nixon leidden, het beroemdste dagblad ter wereld - voor 188 miljoen euro aan multimiljardair en Amazon-oprichter Jeffrey Bezos, veroorzaakte een mondiale schokgolf. En Brouwers vraagt zich terecht af, welke Nederlandse uitgever nu als eerste zal erkennen: ‘Sorry jongens, maar de tijden zijn veranderd, we hebben geen idee waar het naar toe gaat en laten deze business dus aan mensen met meer verstand van zaken.’
Hoe lang suddert het zo al door? Heel erg lang. Sinds ‘de kennis van toen’, wil ik beweren, want toen de grafische sector in de jaren zeventig van de vorige eeuw, ondraaglijk lang na andere branches, schoorvoetend overschakelde op digitale technieken, verliet zij eindelijk wat men gerust nog de principes van Gutenberg en Coster kon noemen: de hoogdruk met in lood gegoten letters. Voor mij staat vast, dat de ondernemers geweldig werden geremd door wat heette ‘de verworvenheden van de grafische bond’, die bij voorbeeld ook konden verhinderen dat Nederlandse dagbladen op zon- en feestdagen gewoon doorgingen met nieuws drukken. Deze omissie in stand gebleven door ‘de markt’, is temeer gaan schrijnen, sinds het internet de 24/24-nieuwsvoorziening heeft veroverd. Ik herinner mij een aaneenrijging van vier ‘vrije dagen’, waarop ik mijn toenmalige hoofdredacteur (toevallig de vader van Bart Brouwers) op straat tegen kwam, waarbij die langs zijn neus weg zei: ‘Doorverschijnen hè?’
‘Iedereen journalist’ heette de driedelige tv-serie die de NTR onlangs uitzond over het ‘dagbladprobleem’. De afleveringen openden steeds met het schrijnende beeld van passanten in de stad, die dikke gratis aangeboden kranten straal negeerden. Een boeiende serie, maar te eenzijdig gefocust op wat heette ‘de journalistiek’. De starheid en de radeloosheid van de uitgevers bleef zo goed als buiten beeld.
De markt. Daar hebben die krantenuitgevers wel altijd een goede neus voor gehad. Althans totdat de boel begon in te zakken. Dik vijftien jaar geleden hield de toenmalige eigenaar van regionale kranten in driekwart van Nederland, de VNU, het op het nippertje voor gezien en deed de hele handel over aan Wegener. Daarna begon de lijdensweg, die wacht op de ultieme erkenning à la Graham Family, tot zover ‘synonymous with The Post and with Washington’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten