woensdag 29 mei 2013

Vakantie en internet (2)

Dat ik al eens eerder over ‘vakantie en internet’ heb geschreven, weet ik zo zeker dat ik hierboven (2) durf te zetten. Alleen, ik heb webtechnisch momenteel niet de gelegenheid, om dat te controleren en een link naar dat stukje aan te brengen.

De ontwikkelingen gaan door en daarmee nemen ook de eisen van de clientèle van verblijfsaccommodaties toe, als daar zijn hotels, vakantiehuisjes en –appartementen en campings. Op de camping in Zuid-Frankrijk, waarop ik mij nu bevind, is sinds jaar en dag ‘gratis Wi-Fi’ beschikbaar. Enerzijds gaat die voorziening met kleine stapjes vooruit, anderzijds is de bereikbaarheidstechniek nog altijd niet je dat. Ik sprak een Nederlander met een laptop die verklaarde: ‘Ik wil eigenlijk in mijn caravan internetten.’ Pech voor hem (en voor mij): de door het campingbureau gebruikte router heeft kennelijk z’n beste tijd gehad, want het signaal is te zwak, terwijl ik zelf nog enkele meters dichterbij dat zendstation sta dan vorig jaar, toen alles nog op de staanplaats kon. Prettig is wel dat de inlog-gegevens die je op een bonnetje krijgt, pas na een week verlopen (vorig jaar al na één dag). Ik kreeg er als vaste klant direct twee.

Maar om echt online te kunnen gaan is een gang naar de ‘slecht weer accommodatie’, pal achter de Acceuil (Onthaal, zeggen de Vlamingen) nodig. Dus, je zaakjes voorbereiden en vervolgens met de laptop onder je arm daar naar toe. Ook om favoriete radioprogramma’s (podcasts) te downloaden, zoals Met het oog op morgen en OBA Live van Human (elke werkdag op, schrik niet, Radio 5). Aan gestreamde tv valt natuurlijk niet te denken – niet erg trouwens, we doen op vakantie bij voorkeur wat we thuis niet doen. Overigens houdt de webredactie van de NOS in het weekeinde ook ‘vakantie’, zodat we naar  ‘Het Oog’ van zaterdagavond konden fluiten. En de Wereldomroep is er ook niet meer, zodat de transistor feitelijk voor spek en bonen is meegereisd.

Soms help ik mensen die er niet uit komen met dat internet. Een zogenaamde sponsor laat je bij voorbeeld eerst een filmpje zien, dat je moet uitkijken, alvorens het web op te gaan. Voor niks gaat de zon op Als-ie anno 2013 nog opgaat, maar dat even terzijde.

Een Brabander stond hulpeloos te prutsen met een van zijn dochter gekregen Androidtablet. Oorzaak: de inlogpagina van zijn vorige camping keerde telkens hardnekkig terug en hij wist niet, hoe hij dat met de standaardbrowser van zijn apparaat kon oplossen. Ik kon weinig meer voor hem doen, dan wat adviezen geven, waaronder: installeer een betere browser.

Toch is het handig en leuk om op vakantie over draadloos internet te kunnen beschikken, uiteraard ook voor smartphone-bezitters.  Een mede-kampeerder ging op onze tip naar een camping in de Ardennen en meldde per omgaand enthousiast dat hij daar niet voor de laatste keer hoopte te zijn geweest.

zondag 26 mei 2013

Een wolkje aan de lucht

Merkwaardige gewaarwording. Nog nooit eerder gezien natuurverschijnsel, terwijl ik toch al ‘n aantal jaren meega. In de strak blauwe hemel boven Sisteron – azuurblauw inderdaad – verschijnt opeens een heel klein wolkje, als een aankondiging van meer. Dan wordt dat wolkje groter, krijgt een kind. Binnen vijf minuten wordt dat wolkencomplexje weer helemaal afgebroken en keert het gave uitspansel terug.

Zaterdagmorgen heeft het hier even geregend. Een Duitse bergbeklimmer wijst mij op een helling waar duidelijk wat sneeuw te zien is. Geen idee op dit moment, op welke hoogte Sisteron (dal van de Durance) ligt, maar normaal is dit in mei niet.

Abnormaal is het ook dat de camping worstelde met het reinigen van het vorig jaar gereconstrueerde zwembad. Maar nu zit er toch water in. Toen dat bad buiten gebruik was, heb ik au bureau nog vergeefs geprobeerd wat korting te krijgen. Niettemin werden we begin vorige week bij aankomst allerhartelijkst verwelkomd en hoefden we als vaste klanten geen ‘statiegeld’ te betalen voor de sleutel van de slagboom.

Over dat gemankeerde zwembad zei een medewerker van Ville de Sisteron dat je op de autoroute ook geen korting krijgt als er travaux en daardoor files zijn. Maar ik moet de Société Autoroutes nageven dat ze de weg dan niet afsluiten. Niet zwemmen, wel rijden.

donderdag 23 mei 2013

Restaurants

Met restaurants is het uitkijken geblazen, misschien tijdens de vakantie nog meer dan thuis. In toeristenplaatsjes wordt al gauw geredeneerd: ‘Die zien we toch nooit meer terug.’  Dus die kunnen we wel piepzak schenken in plaats van een pittige petit café. Dit soort ondernemers stevent af op een faillissement en als dat gebeurt, ‘eigen schuld dikke bult’.

Toen daags na Pinksteren enkele favoriete restaurantjes gesloten bleken, zijn we er toch weer in getuind. Pizzeria met aardig lijkende pasta’s, aangekondigd op zo’n krijtbord voor de deur. Eenmaal gezeten – we zijn alleen, wat een waarschuwing op zich zou moeten zijn – laat Levensmaatje haar kritisch oog dwalen over gordijnen en vloeren…tja. De ‘waardin’ veegt zo nu en dan haar peuter van onder een tafeltje uit. Is die vloer schoon? Mwah.

De uitbater, tevens kok, zit buiten met z’n mobieltje te spelen en sloft, daartoe opgeroepen, weinig geïnspireerd naar binnen. Laat ik het niet te lang maken want dat is het niet waard. De pasta’s met zogenaamde zeevruchten voor de een en gebakken spekjes voor de ander, zijn uitgesproken lauw. Daar kunnen de ‘artistiek’ over het vierkante bord gestrooide peterseliesnippers (uit een potje) natuurlijk weinig aan veranderen.   Dit was uiteraard het moment, om de hand op te steken en te zeggen: ‘Dit is beneden de maat, hiervoor gaan we niet betalen.’ Ik heb me vast voorgenomen dat een volgende keer ‘gewoon’ te doen. Waarom zou de gemiddelde winkelier garantie moeten geven en zo’n klojo niet?

‘Die zien we niet meer terug.’ Wel dus. We lopen de straat nog even heen en weer en komen de dienster (die de tent inmiddels heeft gesloten) met haar kleuter tegen. Ze kijkt beschaamd (?) een andere kant uit.

Nee, dan de eenvoudige maar smakelijke lunch met charcuterie, konijn en ratatouille die we ‘n paar dagen  later genieten op het tegen de zon afgeschermde terras van dat restaurantje in een bergdorp. Bien soigné.

Na regen komt zonneschijn moet je maar denken. Die laatste is hier in de Haute Provence volop present, kan ik meedelen. Alleen lijken we van  dezelfde noordelijke wind te genieten als de rest van West-Europa.

vrijdag 17 mei 2013

Muurreclames restaureren? Doen!

De voorzitter van de Oirschotse heemkundekring, Arthur de Vries, pleit in het ED voor restauratie van een geschilderde ‘muurreclame’ van het voormalige Hotel Princée. Doen!
Dit soort muurschilderingen vertelt heel veel over de ‘ondernemerscultuur’ in het verleden, toen beeldreclame zoals we die nu kennen nog niet bestond.

Het waren vaak schildersproducten, waaraan veel vakmanschap inventiviteit en soms ook humor te pas kwam. In de Parijse metro stond ooit een reclame op de tunnelwand voor de aperitiefdrank Dubonnet: ‘Dubo…dubon…Dubonnet’ Men las dat op het ritme van de wielen.

Oirschot, kapperspaalDe belangstelling in ons land voor dit erfgoed, waartoe je natuurlijk ook de uithangborden moet rekenen (‘Hier zet men koffie en over’ bij de veerpont)  is zeer groot. Google maar eens naar ‘muurreclame’. Het wemelt van de initiatieven en er zijn ook schilders, die zich in  dit soort restauraties hebben gespecialiseerd.

Een dorp als Oirschot had niet veel muurreclames. Je moest er ‘n beetje stad voor zijn. Sommige dingen zijn trouwens niet meer terug te halen. Ik denk aan de kapper die in 1980 nog gevestigd was op Rijkesluisstraat 37. Die had een kappers- of barbierspaal aan de gevel. Een internationaal symbool zoals uit Wikipedia blijkt. Alsof ik de verdwijning voorvoelde, maakte ik destijds een foto van die paal.

dinsdag 14 mei 2013

Best wel creatief

De absolute voorrang voor de zwakke verkeersdeelnemers op de  rotondes is zo ongeveer het beste wat Best de laatste tijd is overkomen. We hebben er wel zes jaar op moeten wachten (traag draaiende ambtelijke molens, waarover straks meer) maar nu is eindelijk de praktijk gewettigd. Want de scholieren, met name die van het Heerbeeck College, namen al een voorschot op wat in de meeste gemeenten een regel was. En – het moet gezegd worden – als fietser en voetganger kreeg ik in Best doorgaans van de automobilisten al de vrije doorgang. Er zijn echt nog wel hoffelijke mensen in het verkeer.

Het op één na beste van het Bestse nieuws is wellicht de toch haalbaar gebleken culturele hotspot aan de Raadhuisstraat van de Bibliotheek, De Wig en Pulz. Opmerkelijk: particuliere ondernemers staan zowat in de rij om dit mogelijk te maken. Komt dat even goed uit, nu het bij de plaatselijke overheid geen botertje tot de boom meer is, Hier past enige woordverklaring: met boom wordt in deze uitdrukking bodem bedoeld. De bodem van het botervat, oftewel zoiets als het onderste uit de kan.

Een mooi verhaal vind ik ook dat over de aankoop door particulieren van een monumentale boerderij aan de Kapelweg in Aarle, met de bedoeling die geheel in stijl te restaureren, inclusief erf en boomgaard. De nieuwe eigenaar en zijn partner zaten er al járen achteraan en grepen hun kans toen de laatste bewoonster naar het zorgcentrum ging. Aardig detail: dat takje tussen deur en deurpost om te controleren of er nog andere kijkers waren geweest. Kwestie van slim onderhandelen. Ondanks dat de kersverse eigenaren van plan zijn, heel veel zelf te doen, komt deze onderneming hen, inclusief koopsom, toch wel op een miljoen te staan. Mits ambtelijke en bestuurlijke molens niet te traag draaien, want dan zou het toch weer duurder kunnen worden.

En nu maar hopen dat er voor de eveneens in Aarle gelegen Sint-Annahof ook zo’n verantwoorde creatieve oplossing komt. Want absolute veiligheid voor de kleinschalige Bestse buitengebieden is nog steeds niet gegarandeerd. Zie de geruchten die nu weer gaan over het ‘economisch rendabel’ maken van De Vleut.

(Gesproken column Omroep Best, 15.06.13)

vrijdag 3 mei 2013

Het kerkelijke koningslied

In Trouw las ik een stukje over het ‘lied voor de koning’ dat in de synagoge wordt gezongen en dat terug zou gaan tot de ontmoeting van Jakob met de Egyptische Farao.

Hadden de katholieken ook niet zo’n lied dat altijd op zondag ná de hoogmis werd gezongen? Zeker. Het is nu natuurlijk van de aardbodem verdwenen, zoals de hoogmis een gewone mis naar nieuwe al dan niet omstreden maatstaven is geworden. In mijn jeugd was het de laatste, gezongen, mis van de vier (!) die er op zondag werden gelezen.

Het Volksmisboek van de abdij van Afflighem (1939) biedt weer eens uitkomst: Domine, salvum fac Reginam nostram – Heer, schenk heil aan onzen Koningin (bij een koning Regem nostrum).

En YouTube natuurlijk. Er bestaan melodisch talloze varianten van het lied, maar dat van het Enka Mannenkoor uit Ede komt overeen met wat in onze kerk werd gezongen.

Gebeurde dat ook tijdens Wereldoorlog II? Hoewel ik in 1941  was gekomen tot wat men toen ‘de jaren des verstands’ noemde (Eerste H. Communie!) kan ik me dat niet herinneren, maar ik denk het wel. De bezetter – die alle verwijzingen naar levende leden van het Koningshuis verbood – bemoeide zich niet met wat er in de kerken gebeurde.

Zodoende waagde kardinaal De Jong het, een anti-Duitse brief te laten voorlezen. Toch een moedige daad, ook van de predikanten die dat vanaf preekstoel deden. Wel moest de kerk aan de verduistering meedoen. Al die hoge gotische ramen afplakken was natuurlijk onbegonnen werk. Dat loste men op met enorme kappen rond de armaturen die voorkwamen dat het licht naar boven straalde.