vrijdag 15 juli 2011

De plek van Wimme

Vandaag komt de Tour op de Aubisque langs de ‘plek van Wimme’. Een gedenkplaat herinnert daar aan de val van Wim van Est in het ravijn, waaruit hij met behulp van fietsbanden werd opgehesen. ‘Zijn hart stond stil, maar zijn Pontiac liep door.’ Dat gebeurde in 1951. De gedenkplaat kwam er in 2003, vlak voor het overlijden van IJzeren Willem. Er bestaat een foto van de man in tranen bij de onthulling.
De Sint-Willebrorder, die in zijn woonplaats (geboren werd hij in Fijnaart, in 1923) ook een standbeeld heeft, roept bij mij nogal wat jeugdsentiment op. Het was het in 1952, toen Wimme de klassieker van 600 km in één dag Bordeaux-Parijs won, dat ik in zijn chevy mocht meerijden achter de reclamekaravaan.
Die gunst kwam rechtstreeks uit het edele hart van de wielrenner. Ik had deelgenomen aan een werkkamp ten behoeve van de jeugd uit de krottenwijken van Bordeaux, dat was opgezet door de Nederlandse Franciscaan Lucas de Bruijn. De heenreis hadden we hotsebotsend in het VW-busje (zonder stoelen!) van de pater gemaakt; terug werden we geacht te liften.
Daags voor de start van de monsterrit, trof ik Wim aan de maaltijd in zijn Bordelees hotel. Het was zó voor mekaar. ‘Arme kinderen? Ge kunt met mijne maat meerijden naar Parijs.’
beguinHet werd een gedenkwaardige tocht, achter een reclamebus van Huiles Renault, waarop onophoudelijk een olieblikje ronddraaide. We zagen natuurlijk helemaal niks van de wedstrijd.

Mon parain Léon Beguin midden op het Brouckèreplein in Brussel. Moet je nu eens proberen.
Aangekomen in de Parijse agglomeratie, stuitten we op de assistent van Jacques Goddet (ook deze wedstrijd wordt georganiseerd door l’Equipe), ene Jean Garnault, een man met een van de stress rood aangelopen zultkop en kort geknipt haar, die ons verbood de door ons gewenste route te volgen.
‘Mais la police a dit….’
‘La police? La police? Moi c’est la police’
Hoe het ons gelukt is, mag Joost weten, maar ‘n paar uur later stond ik echt midden in de arena van  het Parc des Princes om daar de winnaar, vermoedelijk dus Wimme, over de eindstreep te zien schieten.
Ik kreeg een slaapplaats in het Institut Neerlandais en de volgende dag bereikte ik al liftend Brussel, waar ik door de weduwnaar van mijn peettante, Léon Beguin, die ik op aanraden van mijn moeder parain (peter) noemde, in zijn appartement aan de Bd Adolphe Maxe hartelijk werd verwelkomd.

1 opmerking:

  1. Interessant verhaal over Wim van Est. Ook het feit dat Pontiac is ingesprongen op deze val vind ik fascinerend. Meer informatie over de campagne van Pontiac is op deze website te vinden: http://www.markethings.net/horlogemerk-pontiac-en-de-val-van-wim-van-est/

    BeantwoordenVerwijderen