maandag 6 november 2017

Onafhankelijke journalisten

Onlangs las ik een stukje van iemand die vond dat het onder de Haagse kaasstolp tussen bewindslieden en parlementaire journalisten wat al te amicaal toeging. Hi Mark. Een reden temeer, dunkt me, voor de media, de stal zo nu en dan te verversen. Want afstand moet er blijven. De RVD heeft dat jaren geleden al ingezien, toen ze de wekelijkse persconferentie van de Minister President van het zuiphol Nieuwspoort verplaatste naar een ruimte op diens departement – rijkslogo op de achtergrond.
Nachtradio is in Nederland gelukkig niet altijd een gelegenheid voor verondersteld aanstormend talent om ‘n beetje met het medium te stoeien, gebruik makend van de animo onder slapelozen om aan de telefoon hun meninkjes ten beste te geven. Hoi hoi, bedankt voor uw belletje. Voorbeeld van uitzondering: Nooit meer slapen van de vpro, al kan ik de omroep om die elitaire titel, want ontleend aan Willem Frederik Hermans, wel uitkotsen. (Voor bijna een miljoen Nederlanders is slapeloosheid een ziekmakend probleem.)
Maar goed, er zijn dus uitzonderingen. Zo hoorde ik vannacht een diep gravende reportage over de volledig intacte museumwaardige werkkamer van wijlen Harry Mulisch in Amsterdam, inclusief interview met diens weduwe Kitty. Daarin draafde een vergeten boekrecensent van de Volkskrant op, die met smaak wist te vertellen, hoe hij met de chef cultuur van dat blad, mitsgaders Harrie, ‘n keer ladderzat was geworden. Ben ik terug bij m’n uitgangspunt. Ouwe jongens krentenbrood is overal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten