zaterdag 27 december 2008

Feestkerk

In de Stentor, de krant van Zwolle, las ik iets over een kerstfeest in de Broerenkerk, dat eerst een homofeest zou zijn, dat niet doorging wegens te geringe belangstelling. Maar een geslaagd feest.   Zoiets wekt nieuwsgierigheid. Want een kerstfeest in een kerk, daar kun je je van alles bij voorstellen, behalve ’n soort gayparty. Zo heb je in Breda een gotische kerk, dé Grote of O.L. Vrouwekerk, sinds eeuwen in het bezit van de protestanten, waar tegenwoordig bepaalde katholieken hun kerstnachtdienst vieren en enkele honderden meters verder de Sint-Antoniuskathedraal, dat wil zeggen een zogenaamde waterstaatskerk, die de gesloopte kathedraal aan de haven vervangt en waar de bisschop de nachtmis celebreert.
Broerenkerk

Wat eigenlijk mijn nieuwsgierigheid wekte, was de geschiedenis van die Zwolse Broerenkerk, en haar tegenwoordige bestemming. Dat heeft te maken met de voortdurende discussie in dit land, over wat we met die honderden kerken moeten doen, die op het punt staan te worden gesloten.  De katholieke overheid is er in het algemeen niet voor, die kerken een al te profane toekomst te geven. Dan maar liever afbreken.

Ik citeer nu even de website van de Stentor, vandaag: ‘Het kerstfeest in de Broerenkerk kwam gisteravond pas na middernacht echt op gang. Aanvankelijk zou het feest Le(t)s BiGay heten, maar voor dit homothema blijkt in Zwolle weinig interesse. De voorverkoop van de kaarten verliep dramatisch slecht, daarom besloot organisator Thomas Veltman het feest een wat algemener tintje te geven. Het kreeg de titel The Big Christmas Party mee.’

De Br0erenkerk heeft ook een website en de wervende tekst die daar valt te lezen, kan worden samengevat met: ‘Voor al uw feesten!’  Dat is dus het lot van een kerk, die behoorde tot het het in 1465 gestichte, Dominicanen- of Predikherenklooster.

Niettemin is het nog steeds een monument, want, meldt dezelfde website: ‘In de kerk bevinden zich unieke gewelfschilderingen van voor 1500 en fragmenten van renaissance wandschilderingen.‘  De Broerenkerk is in 1988 gerestaureerd.

Ik denk dat sommige gelovigen de volgende slogan best wel brutaal zullen vinden: ‘Ooit wel eens op een dancebeat gedanst in een kerk?  Bezoek dan eens een van de vele feesten in de Broerenkerk.’

maandag 22 december 2008

De neef van Tante Truus

Wie moeten we nou geloven, Balkenende en/of zijn CPB, Rinnooy Kan of de neef van Tante Truus, Onno Ruding?

Balkenende en Rinnooy Kan putten zich dit weekeinde uit in peptalk à la VOC-mentaliteit (Nederlanders op de fiets gaan bij tegenwind harder trappen), zonder echte onderbouwing. Het Centraal Planbureau blijft vasthouden aan een economische krimp van ¾% in 2009 en dan komt opeens superkrijtstreep en oud-minister van financien Ruding met de als uitgesproken zwartgallige voorspelling van een terugval met 3% in het eerstkomende kwartaal, waardoor de hele rijksbegroting van B en B op z’n kop zal worden gezet.

In Luxemburg hoorde de Volkskrant intussen een serveerster in een restaurant zeggen: 'Crisis? Dat de quiche lorraine niet voor lunchtijd is afgebakken, dát is crisis.' Nu is Luxemburg nog steeds het rijkste land ter wereld. Ten onzent worden op het sociaal netwerk Twitter recepten uitgewisseld voor amuses ten behoeve van het kerstdiner. Dat laatste schijnt voorlopig voor de gemiddelde Nederlander de grootste zorg te zijn. En de top 2000 natuurlijk, als klap op de vuurpijl van alle gedoe rond mensen en dingen van het afgelopen jaar.



(Terug)naar hhBest.nl
Email: manieren@hhbest.nl

vrijdag 19 december 2008

Roker van het jaar


En wie wordt er roker van het jaar?

ED-columnist Jos Kessels? Nooit heb ik iemand met meer overtuiging het roken en drinken horen of zien verdedigen dan hij. Zijn filosofie is, op z’n kortst samengevat: ‘Dan maar liever eerder kapot’. Hij wordt nooit moe dat uit te dragen, is het niet rechtstreeks dan wel tussen de regels door.

Burgemeester Daandels van Deurne? Die stak onlangs in een plaatselijk café rustig een sigaartje op, met de woorden: ‘Dat verbod is toch niet te handhaven’. Het kwam Daandels op reprimandes van verschillende raadsleden, de commentator van het ED en een rij briefschrijvers in de krant te staan, maar het ziet er naar uit dat de poten onder zijn stoel nog ’n stuk steviger zijn dan onder die van van de Belgische premier Leterme.

Mijn mening doet er eigenlijk niks toe, maar men mag natuurlijk weten dat ik sinds ’n jaar of zeven geen sigaartjes meer rook. De afschaffing van het genotmiddel had nauwelijks te maken met de overwegingen die van minister Ab Klink een fanaticus hebben gemaakt. Meer met het wonen in een appartement.

En verder?

Verder vind ik, dat Daandels in zoverre gelijk heeft, dat je een politiestaat à la Singapore moet zijn, om zo’n verbod echt te handhaven. Ik stond eens, met ’n sigaartje in de hand op een roltrap van de luchthaven aldaar toen iemand me in de nek blies: ‘Doe gauw weg, anders ben je 1000 dollar kwijt, of ze gooien je in het gevang.’

donderdag 18 december 2008

Plat blaadje

Er gaan hardnekkige geruchten dat Jan Dijkgraaf, die van de Nederlandse editie van de gratis krant Metro een succes wist te maken en tegenwoordig zo’n beetje journalistiek grasduint als stukjesschrijver in Spits en de Autokampioen, hoofdredacteur van HP/De Tijd wordt.

HP/De Tijd?

Ja, dat is dat blad dat jarenlang suggereerde dat het minder goed zou zijn door telkens te beloven ‘Elke week beter’ (Vergelijkbaar met de misser van Philips en haar Let’s make things better).

HP/De Tijd komt voort uit wat eens het roemruchte weekblad Haagse Post was en heeft, althans in naam, nog een snippertje van een rooms dagblad, dat indertijd vooral door pastoors werd gelezen. Maar dat is allemaal heel lang geleden.

De eventuele komst van Dijkgraaf naar HP/DT – volgens de Volkskrant wil-ie best – zou gepaard gaan met een ware uittocht van redacteuren, inclusief de huidige hoofdredactie. Allemaal vanwege de bittere noodzaak, drastisch te bezuinigen.

Je zou dan zeggen, dat zo’n redactie, of wat daar van over blijft, maar heel weinig te vinden heeft van de eventuele benoeming van D. Je zou zelfs zeggen, dat ze daar überhaupt god op hun blote knieën moeten danken, dat ze mogen blijven en nog een nieuwe hoofdredacteur krijgen ook.

Maar de redactie van HP/DT heeft nog heel wat noten op haar zang, lees ik –opnieuw- in de Volkskrant. Dijkgraaf zou van haar weekblad wel eens een ‘rellerig plat blaadje’ kunnen maken. Alsof HP/DT nog platter kan, dat het nu is.

Eerlijk gezegd, ben ik niet eens benieuwd hoe het afloopt.

Kunstwinters

De echte winters willen maar niet (terug)komen. Misschien komen ze wel nooit meer, de Elfstedentocht ook niet. Dus maken we ze maar na. Zowel die winter als de Tocht der Tochten. In Friesland proberen ze een record te vestigen met een theaterstuk op locaties, die samen zowat 250 kilometer vormen – de lengte van de Elfstedentocht.

namaakwinter_oirschot Oirschot

Menige stad of dorp spant zich in, de kerstvakantie op te leuken met een winterfeest, inclusief kunstijsbaan.  Zo ook Oirschot een Brabants dorp met een zekere Anton-Pieck-uitstraling, al zullen sommigen dat misschien juist niet als een compliment opvatten. Het nadeel van dit door de plaatselijke middenstand enthousiast gesteunde evenement is echter dat de monumentale schoonheid daarvoor even wordt weggemoffeld.

afgeschermd_breda
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Breda

Vanmorgen werd ik, bij het zien van een foto in de Volkskrant van het ‘decor’ voor de dj-manifestatie Serious Request op de Grote Markt in Breda,  getroffen door de overeenkomst met het inpakken van de Oirschotse Pieterskerk.

Ik zou zeggen, zoek de volgende keer voor monsterlijke decoraties een andere plek in de buurt. Dan behouden we ons geliefde uitzicht.

woensdag 17 december 2008

Laatste krantenpers weg uit Breda


In Breda worden sinds kort geen dagbladen meer gedrukt. Voor het eerst sinds 1840, toen Broese en Compagnon de Bredasche Courant zesmaal per week begonnen te drukken.

Aan het Spinveld, een bedrijventerrein in Breda Noord is de drukkerij van BN-De Stem in liquidatie. De apparatuur gaat mogelijk naar Griekenland als de koper de financiering in weerwil van de kredietcrisis rond krijgt. Ik ontleen dit aan Wegener Krant, personeelsblad van de gelijknamige dagbladuitgever.


Een Wipag-rotatiepers, zoals door Wegener Nieuwsdruk gebruikt.

Wegener heeft – en dat zat al heel lang in de pen – zijn drukactiviteiten in het zuiden, dus ook die van BN-De Stem, geconcentreerd in Best, bij Wegener Nieuwsdruk.

Het artikel in Wegener Krant vermeldt dat de traditie van het kranten drukken in Breda teruggaat tot 1863, want ‘in dat jaar rolde de tweemaal per week verschijnende Nieuwe Bredasche en Oosterhoutse Courant voor het eerst van de pers’. Deze naar zijn eigenaar genoemde ‘Krant van Oukoop’ was echter zeker niet de eerste. Toen de protestants-christelijk georiënteerde Bredasche Courant (sinds de oorlog) een kopblad was van het Rotterdams Nieuwsblad voerde zij een jaartal in haar titel die naar een begin in de achttiende eeuw verwees, maar de database van de Koninklijke Bibliotheek houdt het op 1814.

Met een beetje goede wil, kun je zeggen dat Breda tot in de jaren zestig van de vorige eeuw een two-papercity was. De ‘neutrale’ BC tegenover het rooms-katholiek georiënteerde Dagblad De Stem. Het BN, dat er nu voor staat, slaat op de combinatie met Brabants Nieuwsblad, de oude concurrent in Roosendaal. Daar werden dus al eerder drukpersen ontmanteld in het kader van de fusiewoede die gedurende tientallen jaren in Brabant heeft gewoed.

Bij De Stem ben ik nog ’n jaartje leerling-journalist geweest. De krant werd toen nog helemaal gemaakt in het hartje van Breda, aan de Reigerstraat. Maar na 168 jaar, volgens Bartjens, is het dus afgelopen met het kranten drukken in deze stad.

Kerstgezwijmel

Hoe zou het komen dat Kerstmis vrij algemeen als het Belangrijkste Feest – met hoofdletters – van het jaar wordt beschouwd?

Ik doe een poging.

Het is hartje winter, koud of niet, maar wel donker. Het lijkt nog eeuwen te duren, voordat de zon weer wat kracht krijgt en de natuur opnieuw ontwaakt. Kortom, een saaie periode en dan hebben wij Nederlanders nog wel zoiets als Sinterklaas om dat een beetje op te fleuren. Dan heb je behoefte een verzetje, het liefst iets wat verwarmt en verlicht.

Onze voorouders die volgens het ons geleerde heidenen waren, hechtten grote waarde aan het moment waarop de aarde weer aan haar reis richting zon begon, al zagen zij het anders, namelijk als zonnewende. Dat was dus hun midwinterfeest, dat waren de Weihnachten. In Twente blazen ze nog steeds op hun midwinterhoorns, niet om het kerstkind te verwelkomen maar van oudsher om eventuele boze geesten te verdrijven. In de Friese Oudehorne en Katlijk kennen ze daarvoor het Thomasluiden, het constant laten beieren van de klokken vanaf de feestdag van de apostel (de 21e december, ofwel de kortste dag) tot Kerstmis, als ik het goed heb. Wat er in een ver verleden is gebeurd heet kerstening, wat wil zeggen het christelijk maken, van heidense feesten en gebruiken.

Intussen is de westerse wereld de omgekeerde weg gevolgd: van het feest van Christus’ geboorte terug naar een feest met tamelijk fictieve, door economie en commercie opgestookte beweegredenen. Van Kerstmis naar Kerst. Zo goed als van zijn godsdienstige betekenis ontdaan, al maken stal en nachtmis nog steeds deel uit van wat ik sfeerkatholicisme pleeg te noemen. Wees niet bang, er blijven na de afbraakwoede nog genoeg kerken over om dat te kunnen beleven.

Misdienaars in toog en superplie.
Foto Wikipedia

Nochtans, Kerst is dus vrij algemeen, het Belangrijkste Feest van het jaar, met een hoog zwijmelgehalte. Let it snow (3x). Bovendien van oudsher een familiefeest. Het naderen van de jaarwisseling prikkelt ook al tot nadenken en daarbij verval je al gauw in nostalgisch gemijmer over vroeger, over Kerstmis van je jeugd, over Kerstmis in bijzondere omstandigheden, zoals bij voorbeeld in 1944 in het pas bevrijde zuiden van Nederland.

Ik laat me even gaan. Zie mezelf in het cafézaaltje tegenover de kerk, tussen de sopranen van het koor, repeterend voor de nachtmis, barstend van de slaap. En een dirigent die zegt: ‘Kom op, de dag begint pas.’ Op kerstmorgen als misdienaar, in door de nonnekes geplooide en gesteven superplie de schoolcour overstekend en in de heldere hemel een ‘vallende ster’ waarnemend. Thuis bij het stalletje ‘Er is een roos ontsprongen’ zingend, terwijl van het broertje naast mij de gulp open stond. Kerstkaarten (de Heilige Familie in de sneeuw) verkopen voor de Missionarissen van Stein (of waren het die van Scheut?), in ruil voor een boekske met kerstverhalen vergeven van sneeuw. In een koetsje schommelend van Ginneken naar Oosterhout, naar een pension, waar de kerstdagen werden doorgebracht. Met mijn moeder (die dit allemaal had bedacht en georganiseerd) door een zwaar berijpte bomenlaan naar de Paulusabdij van de Benedictijnen voor de nachtmis. ‘Een kind is ons geboren – Puer natus est nobis in het wonderschoon à la Solesmes gezongen Gregoriaans (weet ik achteraf). Het duurde wel erg lang.

Ja, die oorlogswinter, toen in ons huis een Engelse officiersmess was gevestigd. ’s Morgens ham and eggs, waarvan je alleen maar de geur mocht snuiven. En captain Breen die op kerstavond 1944 met een geladen dienstpistool de trap afdaalde, teneinde op een matras in de voorkamer, bij de legertelefoon te gaan overnachten. De vraag van mijn moeder: “It’s serious?’ En het antwoord van Breen, alvorens hij resoluut de deur sloot: ‘Ja, zeer ernstig.’ Dat was dus een Kerstmis, in mijn herinnering gekoppeld aan de laatste stuiptrekking van het Nazirijk, het Ardennenoffensief.

Vijf en twintig jaar later, toen ik zelf een gezin had. Het dochtertje dat kans zag, in de keuken likje voor likje de slagroomschaal leeg te snoepen (slagroom was toen nog gereserveerd voor feestdagen); hetzelfde kind dat ik filmde, terwijl ze vruchteloos probeerde de kaarsjes voor het stalletje uit te blazen. De aanschaf, van de kerstgratificatie, van mijn eerste platenspeler, toen nog pickup geheten, met twee (!) klassieke langspeelplaten: Rosamunde en de Unvollendete van Schubert en balletmuziek van Gounod. Kleine dingetjes allemaal, maar ze blijven hangen doordat Kerstmis altijd ankerpunten in dat microbestaan van je leverde. Met het ouder worden en met de ontkerstening is dat geleidelijk verdwenen.

Niettemin wenste mij dezer dagen een goede vriend Zalig Kerstmis. Dat doe ik de lezer/luisteraar dan ook nog maar eens. Uit gevoel voor traditie.

Deze column lees ik vanavond om 18:10 voor op Radio Best

dinsdag 16 december 2008

Innovatie: krant met een geurtje


Tot de innoverende activiteiten van dagbladenuitgever Wegener behoort geur in de krant. Er valt het een en ander over te lezen in het personeelsblad Wegener Krant van december. Altijd super-informatief , dat blad.

Krant met een luchtje is bepaald geen nieuwe techniek, maar de toepassing ervan wil tot dusver nog niet erg lukken. Bedoeld wordt daarbij uiteraard voornamelijk commercieel gebruik. Wegener heeft al eens ‘n huis-aan-huis-krant begin december voorzien van pepernotengeur, maar de autobedrijven, om maar eens een branche te noemen, staan nog niet in de rij voor advertenties die bij enig wrijven de geur van een zojuist van de band gelopen automobiel prijs geven.

Om het gebruik van geur in de krant te promoten, is Wegener Nieuwsdruk (WND) van plan, volgend jaar een workshop over het onderwerp te houden.

krant_met_luchtje Peter Rutgers van WND: ‘We gaan ook een geurkalender maken, waarop geuren gekoppeld worden aan seizoensactiviteiten of feestdagen.’
Wegener Krant presenteerde het personeel een geurproef.

Men werd uitgenodigd, over een tekst met groene achtergrond te wrijven en te ruiken: dennengeur. 

Ik liet levensmaatje, dat een beter reukorgaan heeft dan ik, eens snuffelen. ‘Petroleum,’ zei ze en in tweede instantie: ‘Een wc-verfrisser’.

Weg met die muntjes

De Belgische Minister van Financiën Didier Reynders heeft zich maandag 'volledig voorstander getoond' om de muntjes van 1 en 2 eurocent niet langer te gebruiken.

Dat lees ik op de website van het dagblad De Standaard. Leuk om daar es even op door te filosoferen.

Onlangs bezocht ik een plaatselijke boulangerie in de Pyreneeën. Die moet je daar trouwens tegenwoordig met een lantaarntje zoeken, want de super- en hypermarchés hebben in Frankrijk het heft zo goed als in handen genomen. En ik moet zeggen, het brood is daar vaak goedkoper en zeker niet minder vers en lekker – integendeel. Maar áls er een plaatselijke bakker is, dan ben ik geneigd die met mijn klandizie te steunen.

Bij het afrekenen in die Pyreneese bakkerij, merkte de jonge boulanger op: Il manque une centime. Met andere woorden: hij viel dood op een cent. Mag trouwens best van mij, zo’n kleine ploeteraar moet wel op de kleintjes letten.

In de praktijk ten onzent, en ik ga er vanuit ook in die van de Belgen, spelen de 1 en 2-euromunten nauwelijks meer een rol. Het afronden is algemeen gebruik. Vandaar dat het idee, zoals becommentarieerd door minister Reynders, in beide landen waarschijnlijk met open armen zou worden ontvangen. Weg met die muntjes, derhalve.

Terug naar Frankrijk, dat zo’n beetje mijn tweede vaderland is. Het afrekenen is daar, ook  in de supermarkten onderdeel van het sociaal verkeer: de omslachtige procedures die daarbij worden gevolgd, inclusief – nog steeds – het uitschrijven van cheques, wordt er als een geschikte gelegenheid beschouwd om ondertussen de laatste dorpsnieuwtjes uit te wisselen. Ik vermaak mij dan ondertussen vaak, door met de Fransen de kletsen over hun betaalmethodes, waarbij ik dan triomfantelijk pleeg te zeggen dat ik nooit eurocenten meer in m’n portemonnee heb, behalve als ik in Frankrijk verblijf.

Ik ontmoet daarbij doorgaans tekenen van begrip. Dus ik zou zeggen, regel dat afschaffen van die rotmuntjes maar gauw in Europees verband.

maandag 15 december 2008

Brandbrief

De oneerlijke concurrentie van radio en televisie jegens de gedrukte media met de STER-reclame moet stoppen, zo hebben de gezamenlijke kranten aan minister Plasterk laten weten. Een brandbrief heet zoiets al gauw in mediataal. (In de middeleeuwen kreeg een boer soms een brandbrief. Als-ie niet in een of andere vorm betaalde, ging zijn stulp in de fik.)
Oneerlijke concurren-
tie? Je moet wel in een zeer ver gevorderde fase van wanhoop verkeren, wil je dit argument aandragen om aanspraak te maken van een deel van de elektro-
nische reclame-
gelden.
Immers, wat gebeurt er met de reclame in medialand? Het bedrijfsleven, cq de reclamebureaus die hem vertegenwoordigen kijken naar het rendement van de gelden die worden besteed aan reclame op radio en tv, respectievelijk in de kranten. Gewoon prijs-kwaliteitsverhouding, waarbij het effect van advertenties op de consument mede de kwaliteit bepaalt.

Welnu, het is in toenemende mate mis met de effectiviteit van de reclame in de gedrukte media. Domweg, omdat kranten en tijdschriften steeds minder worden gelezen. De consument kiest voor de elektronische media, waaronder steeds meer ook het internet moet worden gerekend. Jammer maar helaas voor de kranten. De wet van het kapitalisme doet zijn werk. Hetzelfde kapitalisme, waarmee uitgevers van kranten tot zeg maar een eind in de jaren negentig van de vorige eeuw goud verdienden en hun producten zonder pardon aan elkaar doorverkochten.

Van oneerlijke concurrentie is geen sprake, wel van de harde werkelijkheid – zie de ontwikkelingen in de VS, waar menige eerbiedwaardige krant op de rand van faillissement staat – dat de rol van de gedrukte pers na 250 jaar zo goed als is uitgespeeld. En daarmee ook haar betekenis voor de democratie, al proberen de kranten in de discussie die rol nog zo te benadrukken. Evenals de pluriformiteit van de pers, een argument dat bij de eigenaren van dagbladen nooit een rol speelde als er werd gehandeld en gefuseerd en dat nu voor het opportunistisch gemak van stal wordt gehaald. Da's nog eens krokodillentranen plengen.

Donderdag gaat de Tweede Kamer met minister Plasterk in debat over deze kwestie. Je kunt dat tegenwoordig, dankzij internet, live volgen. Ik zal op het puntje van m ’n stoel zitten.

Afbeelding: de Opregte Haarlemsche Courant, een van de oudste dagbladen van Nederland.


(Terug)naar hhBest.nl
Email: manieren@hhbest.nl

zondag 14 december 2008

Postbankfraude

Wat een verwarring allemaal weer, rond die internetfraude jegens klanten van de Postbank. De reguliere media laten het weer eens helemaal afweten, met hun volstrekt onvolledige berichtgeving hierover.

Volgens die berichten van radio en kranten (klakkeloos genomen van ANP? NRC in elk geval wel) draaide het om de inlogcode van de gedupeerden. Die zouden door webcriminelen zijn onderschept. Op de actie van het tv-consumentenprogramma Kassa, dat erin slaagde de Postbankdirectie om te krijgen, zodat de klanten schadeloos worden gesteld, ga ik hier niet in. Het gaat om de aard van de fraude die niet duidelijk is.

Als Postbank-internet-bankierder heb ik nog nooit gehoord van een inlogcode. Wel van een gebruikersnaam en een passeerwoord, dat je verplicht eens per jaar moet vernieuwen. En verder van de roemruchte TAN-code. Om die code wordt gevraagd, zodra je een overschrijvingsopdracht hebt gegeven. De bank stuurt je periodiek een A4 toe, waarop die TAN-codes in willekeurige volgorde met identificatienummers zijn afgedrukt. Bij de betalingsactie vraagt men dan bij voorbeeld om TAN-code 182. Die code geldt voor dat ene specifieke overschrijvingsgeval. Waar moeten potentiële fraudeurs die code vandaan halen, teneinde er het door hen gewenste bedrag mee te incasseren?

Sinds kort is het ook mogelijk, de papieren lijst met TAN-codes te laten vervallen en en het zó met de Postbank te regelen, dat de code op het moment van betalen als SMS-je naar je mobiel wordt gestuurd. Dat is secondenwerk. Hoe denken potentiële fraudeurs dát voor mekaar te krijgen?



(Terug)naar hhBest.nl
Email: manieren@hhbest.nl

zaterdag 13 december 2008

Eeuwig


Arnon Grunberg, de schrijver, ontmoette een vrouw (foto), genaamd Svetlana, die tegen hem zei: 'Liefde is eeuwig, alleen de namen kunnen veranderen'.

(Terug)naar hhBest.nl
Email: manieren@hhbest.nl

Touwtrekken om Het Zuidelijk Toneel

Binnen Brabant-Stad-weet-u-wel is het momenteel hevig touwtrekken geblazen om Het Zuidelijk Toneel (HZT). Dat ensemble, riant gevestigd in Eindhoven, heeft van zowel Tilburg als Den Bosch interessante aanbiedingen gekregen, daarheen te verhuizen, met nog geld toe.
Interessant? Hóógst interessant zelfs, want HZT heeft van minister Plasterk van cultuur te horen gekregen dat het de nodig geachte en dus gevraagde rijkssubsidie van 3,9 miljoen euro op zijn buik kan schrijven, althans het zal moeten doen met 2,4 miljoen per jaar. Dus enige compensatie van de lagere overheid is niet onwelkom, gaven de zakelijke en artistieke leiders van de club tegenover het Eindhovens Dagblad te kennen.

Die krant besteedt heel wat ruimte aan de kwestie en dat is begrijpelijk, want het spreekt dat Eindhoven HZT, dat – voorgangers incluis – al sinds 1955 vanuit die stad opereert, ongaarne ziet vertrekken. Ik begrijp dat thans ten stadhuize aldaar ’n soort crisisberaad plaatsvindt.

HZT windt er geen doekjes om: het is voor hem pompen of verzuipen. Oftewel, het is heel moeilijk, weerstand te bieden aan het aantrekkelijkste bod. Zelfs al voelt men zich in Eindhoven nog steeds goed thuis en is men daar voor honders procent in het culturele leven geïntegreerd. Ook met de huisvesting aan de Fuutlaan, vlakbij het station is niets mis. Integendeel.

Toch krijg ik van de hele discussie rond dit financiële probleem – want dat is het, als je de essentie wilt weten – ’n beetje ’n rare smaak in m’n mond. De top van het theatergezelschap heeft de situatie op correcte manier naar buiten gebracht en zorgvuldig vermeden, de indruk te wekken dat zij jegens de huidige vestigingsgemeente op een chantage-achtige manier in de weer is. Maar toch...? Wat mij ook verbaast is dat het Eindhovens Dagblad niet schijnt te weten, wat de ‘forse financiële aanbiedingen’ (terminologie van HZT) van Tilburg en Den Bosch zijn. Wel wordt vermeld, dat Eindhoven de huisvesting betaalt. Dat is ook niet niks, temeer daar men daar zeer tevreden mee is en er over de aard van de huisvesting in de andere steden ook nog niets valt te zeggen.

Tja en dan schrijft de krant op haar regiopagina nog een commentaar, waarvan ik denk, waar blijven de harde argumenten?
Ik citeer maar even:
‘Hier’ (bedoeld wordt dus Eindhoven) ‘wordt samengewerkt met allerlei onderwijs-, kennis- en culturele instellingen: véél meer dan het gezelschap zou doen als het in Tilburg of Den Bosch zou ‘wonen’. Hier wordt door HZT-medewerkers hard meegedacht over en meegewerkt aan allerlei culturele ontwikkelingen. Oók ondenkbaar, als de club in een andere stad zou huizen.

Als ik Tilburg of Den Bosch was, zou ik zeggen: dat staat allemaal nog te bezien.

Afbeelding: affiche van een lopende productie van Het Zuidelijk Toneel



(Terug)naar hhBest.nl
Email: manieren@hhbest.nl

vrijdag 12 december 2008

Kwaliteitspinup

Zelfs al dan niet zelf-
benoemde kwaliteits-
kranten
doen van alles om te verkopen. De NRC gebruikt nu zelfs pinups.


(Terug)naar hhBest.nl
Email: manieren@hhbest.nl

zondag 7 december 2008

Honger

Vanmorgen vroeg hoorde ik een mij onbekende mevrouw op Radio 1 vertellen over de situatie in Zimbabwe.
Honger!
Voor de banken staan de hele dag door, en zelfs 's nachts, mensen in de rij. Ze mogen van 'hun geld' dagelijks een 'bedrag' opnemen ter hoogte van zeg maar een kwartje. Zo drukte die mevrouw zich uit. Dat kwartje schijnt het weeksalaris te zijn van de gemiddelde regeringssoldaat. Het is de vraag, of je er wel een brood voor kunt kopen. Dus geldt in Zimwabwe het oude advies van inmiddels emeritus bisschop Muskens van Breda: Steel desnoods dat brood. En ligt het voor de hand dat het leger - niet de hoge Pieten maar Jan Soldaat - president Mugabe zo snel mogelijk naar de eeuwige jachtvelden wenst. Daar zag ik JS (als onherkebaar silhouet) van getuigen op NOVA.
De vertelster op Radio 1 kende een man die het ressort bewaakte, waar zij woonde. Die man kwam dezer dagen beschroomd naar haar toe en vroeg haar, of zij iets voor hem, en mogelijk zijn gezin, te eten had. Het nette alternatief voor stelen.
Honger.
Weten wij eigenlijk wel wat dat is?
Ja, trek in eten. Een knorrende maag, die wij desgewenst onmiddellijk tot zwijgen kunnen brengen door de deur van de koelkast open te trekken.
Maar echte honger?
In de winter van 1944-'45, toen er ook in Brabant, waar ik woonde, van alles te kort was, hoor ik mijn vader (geboren in 1877) nog zeggen: 'En tóch is dit nog geen echte honger.' Hij kon dit beweren omdat-ie als halfwees 'de echte honger had gekend', zoals hij het ooit in een brief aan zijn geliefde had geschreven.Boven de grote rivieren, ja, in wat later de Randstad Holland zou worden genoemd, daar heerste die winter de echte honger. In de tv-serie 'Het verleden van Nederland' werden daar onlangs nog schokkende beelden van getoond; van jongetjes, die de laatste restjes bloembollenstamp uit vuilnisbakken schraapten.

Premier Balkenende liet het Nederlandse volk vrijdag weten dat wij twee zeer moeilijke jaren tegemoet gaan.
Was de regeringsleider al in kerst- en oudejaarsstemming dat hij hierover een preek hield?
Wat moeten wij met deze mededeling? Op ons geld gaan zitten en redeneren in de geest van 'Ikke, ikke en de rest kan stikken'?
Als ik me enig moralisme mag veroorloven:laten we ons weer eens wat meer toeleggen op solidariteit en dan wel zonder onderscheid. Solidariteit jegens hen die écht honger hebben, waar ook ter wereld.

Afbeelding: De benadering van het probleem door het NRC-katern Opinie&Debat van zaterdag 6 december


(Terug)naar hhBest.nl
Email: manieren@hhbest.nl

zaterdag 6 december 2008

Beentjes

Zie ik dat goed - dat prinses Amalia, van wie vandaag een door de RVD verspreide 'privéfoto' in de kranten staat, de paaltjesbenen van haar grootmoeder heeft?


(Terug)naar hhBest.nl
Email: manieren@hhbest.nl

vrijdag 5 december 2008

Gerda

Er verschijnen in je leven wel eens mensen, op wie je geweldig gesteld raakt maar die op een onbewaakt ogenblik toch weer uit je gezichtsveld verdwijnen. Mensen, van wie je je af en toe afvraagt, of hij/zij nog zou leven, en hoe het met hem/haar zou gaan. Maar op de een of andere manier is er een drempel ontstaan, die alsmaar hoger wordt en die je als het ware verhindert actie te nemen, om op je vragen antwoord te krijgen. Niemand is daar schuldig aan, behalve dan dat je geneigd bent, jezelf laksheid te verwijten
Zo iemand was in mijn leven de journaliste, schrijfster en dichteres Gerda Smits. Zij is gisteren op 74-jarige leeftijd overleden. Gerda is bij oudere lezers van het Eindhovens Dagblad bekend als de columniste Pjeedepoel. Zij was al meer dan 25 jaar non-actief en je ‘hoorde of zag nimmer meer wat van haar’. Zo is het leven. Zie hierboven.

Ik leerde Gerda Smits kennen, toen ik in 1961 als beoogd chef van de streekredactie aantrad bij het toenmalige dagblad Oost Brabant (‘Omdat ik het geloof bezit, heb ik gesproken.’) in Eindhoven. Gerda werkte op die deelredactie. Wij hadden onmiddellijk een uitstekende verstandhouding, wat er vooral mee te maken had dat Gerda zich zonder overdrijving met gepaste vroeg-feministische trots overeind hield in de mannenmaatschappij die de journalistiek toen nog was.

Gerda, die in Maastricht was geboren, was vroeg wees en in Vlaanderen ‘door de nonnen’ opgevoed. Haar enige familiale houvast was haar oudere zus in Leuven. Die roomse kloosterlijke opvoeding heeft een traumatisch stempel op haar gedrukt en achteraf moet worden vastgesteld dat het haar uiteindelijk niet is gelukt, zich aan dat syndroom te ontworstelen. Een goede, integere collega zei eens over de voortreffelijke, zacht-ironische stukjes van Pjeedepoel: ‘ Alleen jammer dat ze maar niet los komt van die nonnekes.’

Gerda Smits is vrijgezel gebleven. In de tijd dat ik met haar samenwerkte, was ze bevriend met de veel oudere buitenland-commentator Jehan Kuijpers, die haar geheel onverwacht ontviel tijdens een dienstreis naar China. Jehan was altijd als een vader voor haar geweest en het staat voor mij vast, dat Gerdalieneke (zoals hij haar vaak noemde) dit verlies mentaal nooit teboven is gekomen. Jammer, dat ik niets voor haar heb kunnen doen. Aan die gedachte klamp ik me dan maar vast.
Dag lieve Gerda.

De foto staat vandaag in het Eindhovens Dagblad.


(Terug)naar hhBest.nl
Email: manieren@hhbest.nlE

donderdag 4 december 2008

De zielepoot en de neukeman

Bijna 30 euro kost het dikke, gebonden boek dat Wilhelminabiograaf Cees Fasseur heeft geschreven over het belabberde
huwelijk van Bernhard en Juliana. Maar reken maar dat het verkoopt. Ik zag het vanmiddag als Nummer 1 van de Top.
Tien bij de Readshop liggen. Naar verluidt staat er niet veel nieuws in. Eindelijk mocht Fasseur die in het nette
bij Beatrix midden in bed ligt omdat bij hem kennelijk de leugen niet regeert (wat géén aanbeveling is, trouwens) citeren uit het Koninklijk Huisarchief over die larmoyante Greet Hofmans-affaire. Andere, integere historici hadden wat dat betreft het nakijken, wat ik van meet af aan een onverteerbare zaak vind.
Extra marketing-activiteiten lijken overbodige luxe, maar Fasseur zou Fasseur niet zijn als-ie z'n kansen niet greep om in De Telegraaf eens flink uit te pakken over een vermeend complot van van linksigheid verdachte vrouwelijke columnisten en journalisten. En de Volkskrant trapt natuurlijk ook weer in deze flapdrollerij, die nauwelijks meer voorstelt dan dat Elsbeth Etty, Anet Bleich en de onvermijdelijke Hanneke Groenteman het, onafhankelijk van elkaar, opnemen voor die zielige Juliana en tegen de zuipende en rondneukende Bernhard.
Die komen we (uitgezonderd de doden) vanavond weer allemaal tegen bij Pauw en Witteman.
Ik koop dat boek niet en voor P en W, laat staan voor Fasseur, blijf ik niet op.


(Terug)naar hhBest.nl
Email: manieren@hhbest.nl